AFIR: de sleutel tot een betrouwbare en toegankelijke laadinfrastructuur in Europa

AFIR: de sleutel tot een betrouwbare en toegankelijke laadinfrastructuur in Europa

Redactie Baaz

Als onderdeel van de Green Deal wil Europa de uitstoot van de transportsector tegen 2050 met 90% terugdringen. Elektrificatie van personen- en goederenvervoer speelt daarin een kritieke rol. De Raad van de Europese Unie had onlangs al besloten dat in 2035 alle nieuw verkochte auto’s emissievrij moeten zijn, maar tot voor kort was het wachten op een reguleringskader voor de benodigde laadinfrastructuur. Daar is nu verandering in gekomen, met een politiek akkoord op de Alternative Fuels Infrastructure Regulation, ofwel AFIR. 

AFIR

Op het eerste gezicht heeft AFIR overeenkomsten met het beleid van president Biden, dat het doel heeft tegen 2035 een netwerk van 500.000 openbare oplaadpunten op te zetten. Beide verordeningen zijn bedoeld om bestuurders van elektrische voertuigen (EV’s) meer vertrouwen te geven en zorgen over hun actieradius weg te nemen. Maar daar houden de overeenkomsten op. Ze verschillen namelijk enorm in de manier waarop ze deze doelen nastreven.

De VS pompen miljarden aan subsidies in de elektrificatie van de infrastructuur, met speciale aandacht voor onder meer snelwegen, havengebieden en plattelandsgebieden. AFIR bepaalt de criteria waar de infrastructuur van lidstaten aan moet voldoen, maar laat het aan de individuele landen om daar financiering voor te vinden.

De belangrijkste vereisten in AFIR

AFIR is een bindende verordening, die alle EU-landen, exploitanten van laadpunten én aanbieders van e-mobiliteitsdiensten (eMSP's) verplicht om specifieke regels na te leven bij de uitrol van een openbare EV-infrastructuur. Zo geldt er voor ieder elektrisch en plug-in hybride personenvoertuig een "quotum" van respectievelijk 1,3kW en 0,8kW. Dit vermogen moeten EU-landen kunnen leveren via hun openbaar toegankelijke laadstations. Deze eis moet ervoor zorgen dat de nationale oplaadnetwerken evenredig meegroeien met het aantal EV’s op de weg. 

Bovendien stelt AFIR niet alleen ambitieuze targets op van vermogen, maar ook wat betreft afstand tussen laadpunten langs hoofd- en snelwegen: daar moet ten minste iedere 60 km een openbaar laadstation komen. Voor zware voertuigen zijn aanvullende doelstellingen opgenomen om ervoor te zorgen dat ook daarvoor voldoende capaciteit beschikbaar komt langs snelwegen, hoofdwegen, vrachtwagenstops én in en rond steden.

AFIR komt ook met verplichtingen voor de verschillende exploitanten van laadpunten, van laadnetwerken tot grote winkels met laadstations op hun parkeerterreinen. Zo moeten alle laadpunten vanaf 2024 toegankelijk zijn zonder abonnement of voorregistratie, ondersteuning bieden voor betaalkaarten en/of contactloze betaling. Vanaf 2027 geldt deze eis ook voor de laadpunten voor zwaar wegverkeer.

Exploitanten moeten bovendien zorgen dat prijsaanduidingen en betaalmogelijkheden altijd duidelijk aangegeven zijn voor EV-bestuurders. Ook moeten ze met regelmatig onderhoud en tijdige reparatie de betrouwbaarheid van laadpunten borgen. Tot slot moeten eMSP’s garanderen dat EV-bestuurders vóór aanvang van een laadsessie de kosten helder hebben.

De belangrijkste voordelen van AFIR

EV-bestuurders kunnen dankzij AFIR rekenen op een betrouwbare en toegankelijke laadinfrastructuur over heel Europa. Dankzij de standaardisering van betaalmethoden en prijsaanduidingen hebben ze net als bij ouderwets tanken altijd een vergelijkbare ervaring, en dankzij de afstandsvereisten hoeven ze niet meer bang te zijn dat ze zonder prik langs de snelweg komen te staan. Ook wagenparkbeheerders zijn gebaat bij AFIR. Routeplanning wordt immers een stuk eenvoudiger vanwege de hoge dichtheid van laadpunten in zowel binnenstad als buitengebied. 

Tot slot is AFIR goed nieuws voor de werkgelegenheid. De massale implementatie en het onderhoud van een Europese laadinfrastructuur gaat zorgen voor veel vraag naar geschoolde installateurs en technici. Naar schatting kan deze vraag tegen 2030 zorgen voor ruim 280.000 nieuwe banen in de transportsector.

De belangrijkste kansen dankzij AFIR

AFIR biedt enorme kansen voor de e-mobiliteitssector, vooral in landen waar nog niet zoveel elektrisch wordt gereden. De verordening biedt een zekere mate van flexibiliteit en daarmee ruimte voor toekomstige marktinnovatie, met name wat betreft betaalverwerking en de betrouwbaarheid van laadapparatuur.

Nu de regelgeving voor de toekomst van de EV-infrastructuur vastligt, zal de sector dan ook naar verwachting ontzettend uitbreiden. Omdat er rechtszekerheid op lange termijn is, kunnen laadbedrijven met vertrouwen investeren, zodat ze op hun beurt EV-bestuurders zonder problemen op iedere bestemming in de EU kunnen laten aankomen.

Op dit moment is deze EV-infrastructuur echter nog lang geen werkelijkheid. Laadbedrijven moeten klaar staan om regeringen te ondersteunen in de uitrol van nationale infrastructuurprogramma’s. Regeringen zouden op hun beurt de samenwerking met de particuliere sector moeten opzoeken om ervoor te zorgen dat alle doelstellingen op tijd worden behaald. Alleen met een solide publiek-private samenwerking is Europa goed gepositioneerd om het wegennet succesvol te transformeren naar een elektrische toekomst.

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie