De trend van 2016: Offline first
Het is misschien moeilijk om voor te stellen, maar niet iedereen heeft overal verbinding met het internet. Hoewel steeds meer mensen altijd online zijn, kun je hier niet vanuit gaan. Er kan bijvoorbeeld een storing zijn bij je telecomprovider, er kunnen kabels kapot zijn en – het gebeurt nog steeds – niet iedereen heeft een mobiel abonnement waar ook een databundel bij inbegrepen zit. Dit betekent dat je er als ontwikkelaar van applicaties niet vanuit kunt gaan dat jouw gebruikers altijd online zijn en dus moet je app ook offline beschikbaar zijn. Juist die mogelijkheid is de nieuwe trend: offline first.
Offline first?
Offline first betekent niets meer dan dat je applicatie ook zonder internet te gebruiken is. Google laat je bijvoorbeeld al je documenten aanpassen in Google Docs als je offline bent en synchroniseert deze wanneer de verbinding hersteld is. Een eenvoudig principe, maar het betekent wel dat je met een aantal dingen rekening moet houden. Zo moet je applicatie kunnen controleren of er verbinding is met het internet, en zo ja, dat de data gesynchroniseerd wordt waar nodig. Want als jij zonder internet allerlei wijzigingen doorvoert of verder speelt met bijvoorbeeld een spelletje, moet dit wel geüpdatet en opgeslagen worden als de verbinding hersteld wordt. Ben je offline, dan moet de data opgeslagen worden op het apparaat, zodat je dit later kunt synchroniseren. Maar ook moeten alle functionaliteiten opgeslagen worden, want anders kun je er alsnog niet bij. Dit betekent echter wel dat de gebruiker een deel van zijn opslag op het mobiele apparaat aan jou moet inleveren. Zorg dus dat alleen de essentiële informatie opgeslagen wordt en laat de rest achterwege. In het geval van een website heb je hier iets minder mee te maken, want dan kun je hem ook laten opslaan in de cache. Maar waarom zou je offline first willen gebruiken? Dat antwoord is eenvoudig: je wilt al je gebruikers bedienen, waar ze ook zijn en of ze nu off- of online zijn. Om gebruik te maken van offline first, moet je jezelf echter wel een aantal vragen stellen. Moet de applicatie de gebruiker bijvoorbeeld informeren over de offline status? Is deze informatie relevant, en zo ja, wat is de beste manier hiervoor? Geef ik gebruikers met een offline-functie meer vertrouwen zodat ze geen data verliezen? Allemaal punten waar je over na moet denken en het zijn slechts een paar van de vraagstukken.
Mobile first vs. Offline first
Mobile first was dé trend van 2015. Steeds meer websites en applicaties werden als eerste voor mobiele apparaten ontwikkeld en daarna pas voor desktops en andere devices. Het was geen rare ontwikkeling, want sinds 2014 maken we meer gebruik van het internet via mobiele apparaten dan via desktops. Offline first wordt de trend van het komende jaar. Dit betekent echter niet dat je een keuze moet maken tussen de twee, want vooral de mobiele devices worden gebruikt om jouw content te bekijken. Het betekent dus eigenlijk dat jouw applicaties zowel mobile als offline first moeten zijn. Laat de trend van 2015 dus niet achterwege, maar laat hem hand in hand gaan met de nieuwste ontwikkelingen. Want mobiele devices, zowel online als offline, blijven nog wel een tijdje hangen.
We zijn al offline
Offline first bestaat al langer en diverse applicaties maken er al gebruik van. Zo kun je ook zonder internet een e-mail schrijven en deze door op 'versturen' te klikken naar de uitbox verplaatsen. Zodra je weer internet hebt, wordt de mail verstuurd. Ook alle applicaties van Google zijn offline te gebruiken, dit heeft het bedrijf automatisch in hun applicaties ingebouwd.