Drie manieren om vervoerskosten te besparen
Uit de omgeving
Om kosten voor vervoer, zoals benzinekostenvergoeding en OV-vergoeding, zo laag mogelijk te kunnen houden, is het slim om zoveel mogelijk werknemers uit de omgeving aan te nemen. Hoe verder ze van hun werklocatie af wonen, hoe meer vergoeding je als werkgever betaalt. Vind je het minder belangrijk dat je werknemers dichtbij wonen, dan kun je ook nog extra afspraken maken. Stel dan bijvoorbeeld een maximum van 25 kilometer in voor nieuwe werknemers. Voor de overige kilometers krijgen ze dan geen kilometervergoeding.
Via fietsplan
Voor de werknemers die dichtbij kantoor wonen, bijvoorbeeld op maximaal 20 kilometer en die in hun werk niet afhankelijk zijn van hun auto tijdens werk, kun je voorstellen om een e-bike aan te schaffen in plaats van met de auto te komen. Deze e-bike kun je vervolgens éénmalig vergoeden in aanschaf, of deels. Je werknemers profiteren dan van maximaal fiscaal voordeel en ook scheelt het kosten voor reisvergoeding. Daarnaast blijven je werknemers in beweging, wat erg gezond is. Ook voor degene die met de trein komen, is er een optie: de E-vouwfiets. Dit is een vouwfiets, maar dan elektrisch.
LEES OOK: Hoe auto's meer en meer tech-wonderen op wielen worden
Bedrijfsauto
Heb je werknemers in dienst die in hun werk wel afhankelijk zijn van een auto, zoals regiomanagers of accountmanagers? Dan loont het vaak om hen te voorzien van een bedrijfsauto. Dit is voor een werkgever goedkoper dan een bruto loonsverhoging plus de fiscale aftrek kan erg voordelig en interessant zijn. Daarnaast zijn werknemers ook extra gemotiveerd wanneer je als werkgever een bedrijfsauto aanbiedt om te gebruiken. Dit is voor het bedrijf ook nog eens erg voordelig.