Jonge honden veroveren de huiswerkmarkt met onderscheidend businessmodel
Een serieuze speler op de huiswerkmarkt

Jonge honden veroveren de huiswerkmarkt met onderscheidend businessmodel

Redactie Baaz

Je hoeft maar op het woord ‘bijles’ te googelen en er verschijnt direct een hele rits aan aanbieders. Niet bepaald een onontgonnen markt. Toch besloot Babak Mahdavian Delavary zijn eigen Bijlesacademie te starten. Met een onderscheidend businessmodel vormt hij samen met Paul Rijcken een serieuze speler op de huiswerkmarkt.

Een succesvol eigen bedrijf was niet het droombeeld dat Babak als kind al voor ogen had. Toen hij de schoolbanken ontgroeide en een nieuw opleidingshuis als onderkomen moest zoeken, besloot hij arts te worden. Het ondernemerspad ging voorlopig aan hem voorbij, hij richtte zich op lijvige boeken met anatomie- en medicatieleer. Zijn opleiding rondde hij netjes af. Met een propedeuse Rechten op zak, is Babak als arts op dit moment zelfs bezig aan zijn promotieonderzoek. Maar daarna is het klaar, verklaart hij. Het bedrijfsleven roept.

mag dan wel regelmatig in het laboratorium te vinden zijn, zijn eerste landelijk bedrijf is een feit: De Bijlesacademie, en dat is precies wat het is. In een dichtbegroeid bos van andere bijlesaanbieders besloot Babak ook een bijdrage te planten en bijspijkerlessen voor schoolgaande of studerende kinderen te faciliteren. Dat getuigt niet van overmoed, dat getuigt van onderscheidend denkvermogen, zo blijkt. Het resultaat: een businessmodel dat de sector vreemd is en een waaier aan methodes waar De Bijlesacademie haar concurrenten de ogen mee uitsteekt.

Concurrerende bedrijfsstructuur

Samenwerking en betrokkenheid, dat is de succesfactor van de onderneming, vertelt Babak. ‘De eerste periode dat we alleen in Amsterdam bestonden hebben we een stevig basisconcept ontwikkeld. Dat zijn we vervolgens gaan uitrollen naar andere steden. Anders dan andere partijen in de markt hebben wij niet een hele sloot mensen in dienst genomen die in loondienst vestigingen kunnen gaan runnen. Wij geloven in (lokale) betrokkenheid en werken daarom met partners.’ Als partner van de Bijlesacademie ben je mede-eigenaar van de vestiging en dus zelf verantwoordelijk voor het reilen en zeilen ervan. Doe je het goed, dan zul je steeds meer pupillen aan je binden en dus meer winst maken. ‘Het concept is in elke vestiging gelijk’, legt Paul uit. ‘Centraal wordt veel geregeld. Zo introduceerden wij een kwaliteitshandboek, een leerlingvolgsysteem en een administratie-/ facturatiesysteem. Die worden dan in Amsterdam getest en vervolgens uitgerold naar al onze vestigingen.’

Het succesverhaal begon allemaal met een klein pandje in de binnenstad van Amsterdam waar Babak in zijn weekenden bijles gaf aan kinderen die op school niet meekwamen met de rest van de klas. Een prima bijbaantje voor naast zijn studie, maar Babak zag de vraag naar zijn verdiensten steeds groter worden. In 2009 vond hij een zakenpartner met wie hij samen naar de KvK ging om De Bijlesacademie als zodanig een formeel bestaan te geven. Sindsdien heeft Babak zijn bedrijf zien groeien. Die groei werd pas echt ingezet toen de voormalige zakenpartner plaatsmaakte voor econoom Paul Rijcken. Samen verveertienvoudigde de jongens de omvang van De Bijlesacademie: van één Amsterdamse vestiging gingen ze naar veertien vestigingen verspreid over het land. Ook verhuisden ze de hoofdstedelijke locatie naar een groter pand waar ze de inmiddels meer dan 120 leerlingen en 60 docenten kunnen herbergen.

‘Iedere ondernemer wil groeien, dat is nu eenmaal de kick. Je wil altijd beter worden, de beste en de grootste van Nederland’, vertelt Babak enthousiast. Paul vult aan: ‘Een enkele concurrent is nu nog groter, maar zij hebben een heel andere tactiek. Ze openen constant vestigingen waarvan er aan het einde van het jaar weer een aantal sluiten. Wij denken meer op langere termijn en willen ook over tien jaar nog een goed en betrokken instituut zijn dat kwaliteit levert. Groeien is goed, maar wel alleen als we dezelfde betrokkenheid en kwaliteit kunnen blijven handhaven.’

Dat betekent dat investeerders tot nu toe bot vingen bij De Bijlesacademie. ‘Die heb je alleen nodig als je heel snel wilt groeien en risico’s wilt nemen, dat willen we niet’, verduidelijkt Paul. De jongens hebben het vanaf het eerste moment al zelf gedaan. Een lening van de bank hadden ze nooit nodig, de groei is vanuit eigen succes gefinancierd. Dat was eenvoudiger omdat zowel Babak als Paul ergens anders hun boterham verdienden, respectievelijk als arts en consultant. Pas sinds dit jaar is De Bijlesacademie een B.V. en ontvangen de twee eigenaren een salaris.

Het concept

Paul: ‘Ik geloof oprecht dat het leuk moet zijn om te leren. Ik geloof ook dat er op school heel veel vakken zijn die totaal niet boeien. Sommige kinderen komen met grote tegenzin bij ons, die moeten de Bijlesacademie als een prettige omgeving gaan ervaren en daarvoor moeten wij zorgen.’ Paul en Babak weten ook wel dat zij niet de enigen zijn die dit verhaal vertellen. ‘Maar onze werkwijze is uniek’, verzekeren ze. ‘Bij veel huiswerkinstituten is het pet af, telefoon inleveren, mond dicht en werken. Dat vindt toch niemand relaxt?’, vraagt Paul retorisch. ‘Je kunt kinderen beter als volwassenen behandelen en ze zelf laten kijken wat het beste werkt. Wil het een stille ruimte, dan moet je dat faciliteren. Heeft het siroop en koekjes nodig om goed te kunnen studeren, dan moet je daarvoor zorgen. We treden natuurlijk wel op als het mis dreigt te gaan’, stelt hij gerust.

Dat het concept succesvol is blijkt wel uit de de vele aanmeldingen die Babak en Paul elke maand weer binnenkrijgen. Veel ouders die aankloppen stonden eerder al aan de deur bij vele andere instituten. ‘Ik heb regelmatig ouders aan de telefoon die al zes maanden op zoek zijn naar bijles voor hun kind,’ zegt Babak met hoorbare verbazing. ‘Daar snap ik dus echt niks van. Of ze zijn digibeet en weten niet hoe internet werkt, of instituten adverteren met diensten die ze niet hebben. Dat zul je bij ons niet zien. Als er iets wordt gevraagd wat we niet kunnen, zorgen we ervoor dat we dat in de toekomst wel kunnen. Klanten binnenhalen en ze vervolgens teleurstellen werkt echt niet.’

Docenten en partners

Ook de docenten en partners met wie Babak en Paul werken kunnen op de nodige aandacht van het duo rekenen. Partners krijgen begeleiding in efficiëntie en ondernemerschap. Niet elke vestigingspartner is immers een ervaren ondernemer; in Haarlem leidt een kinderpsychologe de toko, in Leiden een orthopedagoge en in Den Haag een jurist. Om de verschillende partners op dezelfde lijn te krijgen worden ze persoonlijk gecoacht door het ondernemende tweetal en is er een draaiboek beschikbaar. ‘We houden contact met onze partners en streven ernaar hen wekelijks te spreken.’ Voor de docenten zijn binnenkort bovendien verschillende workshops te volgen over hoe je bijles kunt geven. Ze zijn slechts bedoeld ter inspiratie want de jongens hameren bij al hun medewerkers op een eigen werkwijze, een die aanslaat bij de leerlingen die ze begeleiden en/of bijles geven.

Partners opleiden, docenten bijstaan en ondertussen een bedrijf staande houden, houdt de kunde en kennis ook ergens op? De jongens lachen: ‘Ja, er zijn veel dingen die wij niet kunnen maar wel willen aanbieden. Daarom zijn we continu op zoek naar experts binnen ons eigen netwerk en daarbuiten met wie wij kunnen samenwerken. De Utrechtse vestiging is bijvoorbeeld opgestart door een deskundige op het vlak van faalangsttraining.’

De keerzijde

De jongens praten honderduit over de vestigingen, de kinderen die ze begeleiden en de docenten en partners met wie ze werken. Elk mogelijk kritiekpunt wordt met een vlaag van enthousiasme uit de lucht geslagen. Het is dat ze zelf geen investering of lening willen, met hun toewijding zouden ze een goede kans maken. Wij weten echter dat niets zonder slag of stoot gaat, zeker niet in een branche waar zoveel concurrentie is. We voelen de jongens dus nog even aan de tand over tegenvallers van het gekozen ondernemerspad.

Paul: ‘Ik ben heel open en deel veel, teveel volgens Babak. Daar wordt wel eens misbruik van gemaakt. Zo hadden we uitgebreid contact met twee jongens die in Gouda en Rotterdam een vestiging wilden openen. We gaven ze informatie, marketingstrategieën, alles. De vestigingen zijn er nooit gekomen, wel openden ze een exacte kopie onder een andere naam.’ Waar Paul last heeft van misbruik van zijn openheid, kan Babak slecht tegen het wantrouwen van sommige ouders. ‘Ik doe alles voor die kinderen’, zegt hij zichtbaar geraakt. ‘Ik neem ze mee uit varen, geef hen gratis extra les en haal ze uit school als hun arm zogenaamd gebroken is. Het enige wat ik dan van een ouder te horen krijg is dat ik een half uur te veel heb gefactureerd. “Mijn kind was toch iets later”, zeggen ze dan. Dat kan ik heel slecht hebben.’

Gelukkig zijn Babak en Paul goed gewapend tegen dit soort tegenvallers. Na een korte stilte wordt er alweer druk gediscussieerd over de afspraak die vanmiddag op de agenda staat: een huiswerkinstituut dat met hen wil samenwerken. ‘Daar voelen wij wel iets voor’, laten de jongens direct weten. ‘Samen bereik je toch veel meer dan in je eentje?’

 

 

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie