Kwart onbenut arbeidspotentieel is hoogopgeleid

Kwart onbenut arbeidspotentieel is hoogopgeleid

Redactie Baaz
Mensen die geen werk hebben maar wel op zoek zijn naar en/of beschikbaar zijn voor werk, zijn relatief vaak laag- of middelbaar opgeleid en hebben een diploma in een algemene onderwijsrichting.

In het tweede kwartaal van 2018 had ruim de helft van de laag- en middelbaar opgeleiden in het zogeheten onbenut potentieel zonder werk bijvoorbeeld een mavo-, havo- of vwo-diploma of alleen basisonderwijs. Een kwart van het totale onbenut potentieel is hoogopgeleid in een meer specifieke onderwijsrichting. Dat blijkt uit een nieuwe analyse van het CBS.

Het onbenut arbeidspotentieel omvat naast de werklozen volgens de internationale ILO-definitie, ook een groep mensen zonder werk die net buiten die definitie vallen. Iemand die meetelt in de werkloosheidscijfers heeft geen betaald werk, heeft recent gezocht naar werk en is daarvoor ook beschikbaar. 

Degenen zonder betaald werk die wel beschikbaar zijn en niet hebben gezocht, of wel hebben gezocht maar niet direct beschikbaar zijn, worden tot het onbenut arbeidspotentieel gerekend. Ook vallen daaronder deeltijdwerkers die meer uren zouden willen werken.

Onbenut arbeidspotentieel krimpt

Net als de werkloosheid is het onbenut arbeidspotentieel de afgelopen jaren flink afgenomen. In het eerste kwartaal van 2014 ging het om ruim 1,8 miljoen mensen, in het tweede kwartaal van 2018 waren het er ruim 1,1 miljoen. Bijna 400 duizend daarvan waren mensen met werk die meer uren willen werken en hier beschikbaar voor zijn. Zij worden ook wel onderbenutte deeltijders genoemd. Het overige deel van het onbenut arbeidspotentieel bestond uit 732 duizend mensen zonder werk, onder wie 354 duizend werklozen.

Ruim drie kwart laag- of middelbaar opgeleid

Van alle 15- tot 75-jarigen in Nederland was in het tweede kwartaal van 2018 69 procent laag- of middelbaar opgeleid. Onder personen in het onbenut arbeidspotentieel zonder werk was dit aandeel hoger, namelijk 76 procent. Van alle laag- en middelbaar opgeleiden in het onbenut potentieel zonder werk had ruim de helft (53 procent) een diploma in een algemene onderwijsrichting, bijvoorbeeld een mavo-, havo- of vwo-diploma of alleen basisonderwijs. Bij laag- en middelbaar opgeleiden in de totale bevolking van 15 tot 75 jaar was dat 42 procent.

Bijna een kwart van het onbenut arbeidspotentieel zonder werk was hoogopgeleid. Deze groep heeft vrijwel altijd in de hoogst genoten opleiding een specifieke studierichting gevolgd. Een opleiding binnen ‘recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening’ komt het meest voor (bijna 3 op de 10), gevolgd door ‘gezondheidszorg en welzijn’ en ‘journalistiek, gedrag en maatschappij’.

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie