Meeste ondernemers knutselen zelf met eerste arbeidscontract

Standaard arbeidscontracten worden van het internet afgeplukt en her en der nog wat aangepast. Een jurist wordt pas door de ondernemers ingeschakeld na een arbeidsconflict of als de investeerder ernaar vraagt, zo blijkt uit het onderzoek van Hestia.
 
Onhelder taalgebruik, ontbrekende of elkaar tegensprekende clausules of gewoonweg spelfouten zijn de grootste tekortkomingen van het bij elkaar geknutselde arbeidscontract. In geval van onenigheid leidde dit bij sommige ondernemers tot een arbeidsconflict met vervelende financiële of operationele gevolgen. 

Onvolledig

Als gevolg zijn veel van deze eerste arbeidscontracten onvolledig. In een contract moet onder andere functieomschrijving, hoogte van het salaris, eventuele bonussen, werktijden, werklocatie, bedrijfsmiddelen en vakantiedagen staan. Ook de afspraken met betrekking tot pensioenregeling, onkostenvergoeding en (betaalde) nevenactiviteiten horen in een contract te staan. 

Uit het onderzoek van Hestia blijkt dat met name voor de eerste medewerkers lang niet alles in het arbeidscontract is opgenomen. Zo worden afspraken over bonussen soms letterlijk op een bierviltje vastgelegd.

Meer dan de helft van de ondervraagde ondernemers weet ook niet dat ze een tijdelijk contract automatisch kunnen laten aflopen met een clausule over de aanzegtermijn. Dat voorkomt dat een tijdelijk contract automatisch wordt verlengd als de ondernemer vergeet op tijd hierover in gesprek te gaan met een medewerker. 

Juridische check

Het moment dat ondernemers een jurist in de arm nemen, wordt vaak pas getriggerd door een arbeidsconflict of een nieuwe investeringsronde. Een van de ondervraagde ondernemers verwoordde het als volgt: ‘De investeerder vond het een vereiste om een jurist naar onze arbeidscontracten te laten kijken, die moesten waterdicht zijn.’