Nederlander kan rekeningen makkelijker betalen door gebrek aan betaalde uitjes
In de eerste drie maanden van 2021 werden er acht procent minder vorderingen uit handen gegeven dan in de vergelijkbare periode in 2020. Dit blijkt uit een data-analyse van incasso- en gerechtsdeurwaardersorganisatie Flanderijn. Ook werden openstaande bedragen ruim twee weken sneller betaald. Dat het gebrek aan betaalde uitjes hierin het verschil maakt, blijkt uit een peiling onder websitebezoekers van Flanderijn. Hieruit blijkt dat 33 procent zijn rekeningen beter kan betalen, nu er door corona minder geld wordt uitgegeven aan betaalde uitjes.
72 procent van de ondervraagden geeft aan direct hun openstaande rekeningen te betalen op het moment dat het inkomen binnen is. Eerst worden de vaste lasten betaald, daarna pas wordt het geld aan niet-noodzakelijke zaken uitgegeven.
Michel van Leeuwen, gerechtsdeurwaarder en directielid Flanderijn: “We hebben sinds het uitbreken van de pandemie gezien dat mensen met periodieke inkomsten, zoals salaris, AOW of een uitkering, beter zijn gaan betalen. Deze mensen zijn door alle ondersteunende overheidsmaatregelen verzekerd gebleven van inkomen. Het feit dat er minder mogelijk is qua uitjes, of dit nu naar een restaurant gaan is of winkelen, helpt daar zeer waarschijnlijk in mee. Wat ons wel verwondert is dat het effect van soberder leven zo groot is. Blijkbaar beschikken veel mensen dus wel over voldoende middelen om de vaste lasten te betalen, maar ontstaan er problemen wanneer het inkomen ook besteed kan worden aan niet-noodzakelijke uitgaven.”
Toch houdt dit niet in dat mensen minder geldzorgen hebben. 64 procent van de respondenten geeft zelfs aan meer zorgen te hebben over hun toekomstige financiële situatie. Van Leeuwen: “Het is belangrijk dat we de mensen die door de coronacrisis meer geldzorgen hebben een steuntje in de rug blijven bieden. Bijvoorbeeld in het vinden van een oplossing en het zo nodig op weg helpen richting passende hulp. Maar ook begrip hebben voor de situatie en menselijk te blijven handelen. Alleen dan zorg je voor een duurzaam resultaat voor de schuldenaar én de schuldeiser.”