Nederlandse medewerkers zien steeds minder de noodzaak van een vakbond

Nederlandse medewerkers zien steeds minder de noodzaak van een vakbond

Redactie Baaz

Minder dan een kwart van de Nederlandse medewerkers is nog lid van een vakbond. Daarmee lijkt ons land de Duitse arbeidsmarkt te volgen, waar de vakbondspopulariteit zelfs nog iets lager ligt. Dit blijkt uit een nieuw internationaal onderzoek naar medewerkerstevredenheid in België, Nederland en Duitsland, uitgevoerd in opdracht van de Europese HR-dienstverlener House of HR. Medewerkers zien steeds minder de noodzaak om lid te zijn van de vakbond, de medewerkerstevredenheid is dan ook hoog ten opzichte van andere landen in Europa zoals Duitsland en België. In Nederlandse bedrijven is wel vaak een OR geïnstalleerd, dat is in andere landen juist weer minder het geval.

Van de ondervraagde Nederlandse respondenten (N=2000) gaf slechts 23% aan lid te zijn van een vakbond. Ter vergelijking: in België is dat 46%, ofwel het dubbele. Gevraagd naar de noodzaak van een vakbond gaf bijna de helft (48%) van de respondenten aan dit ‘wel noodzakelijk te vinden, maar niet bij ons’. Nederland is hierin dus meer op Duitsland gaan lijken, waar vergelijkbare percentages werden gemeten (respectievelijk 21% en 41%). De positie van de vakbonden in België is daarmee duidelijk sterker. Dat geldt ook voor de tevredenheid van medewerkers ten aanzien van de inspanningen door vakbondsafgevaardigden.

Heel verbazingwekkend zijn deze cijfers overigens niet, aangezien Nederlandse medewerkers bovengemiddeld tevreden zijn over hun werkgever. Bijna de helft van de respondenten (49%) geeft zelfs aan ‘zeer tevreden’ te zijn (Duitsland 43%, België 38%). Dit geldt vooral voor medewerkers bij middelgrote bedrijven, die scoren op medewerkerstevredenheid duidelijk beter dan kleine en grote bedrijven. Ook geven jonge medewerkers over het algemeen vaker aan tevreden te zijn met hun werk ten opzichte van oudere medewerkers (vanaf 58 jaar). Volgens Rika Coppens, CEO van House of HR, illustreert dit een belangrijke ontwikkeling op de arbeidsmarkt: “Enerzijds verwachten we van mensen dat ze steeds langer aan het werk blijven, anderzijds zien we dat ze minder tevreden zijn met hun baan naarmate ze ouder worden. Ik denk dat het belangrijk is om mensen in beweging te houden op de arbeidsmarkt, en te voorkomen dat ze vastroesten in een baan die ze niet meer leuk vinden. Dat gebeurt nog te vaak omdat medewerkers opgebouwde zekerheden niet graag opgeven, terwijl ze misschien wel iets anders wíllen doen. Laten we als maatschappij dus goed kijken naar hoe we de arbeidsmarkt inrichten wat betreft soorten contracten en sociale zekerheden die daaraan verbonden zijn, om de markt weer in beweging te krijgen.”

Hoge tevredenheid zorgt niet tot loyaliteit

Ook vinden Nederlandse medewerkers gemiddeld vaker dat de directie van hun bedrijf gemakkelijk benaderbaar is, en blijken ze daar ook gemakkelijker gehoor te vinden als ze iets dwars zit. De betrokkenheid met het management is het hoogst in kleine bedrijven tot 1000 medewerkers en onder jongere respondenten. Zij voelen zich meer betrokken bij de baas en de directie en hebben ook vaker een beter idee van wie de grote aandeelhouders van hun bedrijf zijn. Bijzonder is dat dit alles zich niet lijkt te vertalen in een grotere loyaliteit richting de werkgever: Nederlandse medewerkers blijken namelijk aanzienlijk vaker te overwegen van baan te wisselen dan medewerkers in de andere onderzochte landen (67%, tegenover 55% in Duitsland en 43% in België). Dit geldt in het bijzonder voor jongere medewerkers, en voor medewerkers bij kleinere bedrijven. Ook blijken vrouwen over het algemeen iets sneller geneigd tot ‘jobhoppen’ dan mannen.

OR is wel belangrijk

Medewerkers die minder of niet tevreden zijn, wijten die ontevredenheid het vaakst aan gebrekkige communicatie door leidinggevenden of aan onervaren management. Daarnaast worden een hoge werkdruk, onregelmatige werktijden en een ontoereikend salaris vaak genoemd als redenen voor ontevredenheid.

Het onderzoek bracht ook de perceptie van medewerkers ten aanzien van de OR in kaart. Ook hier springt Nederland er positief uit: maar liefst 59% van de ondervraagden geeft aan te werken in een bedrijf met een OR (Duitsland 55%, België 51%). Bijna de helft van de ondervraagde medewerkers in Nederland (48%) voelt zich ook daadwerkelijk door de OR actief vertegenwoordigd (Duitsland 54%, België 37%).

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie