Huurders en huiseigenaren betalen meer woonlasten in 2020

Huurders en huiseigenaren betalen meer woonlasten in 2020

Redactie Baaz
In 2020 worden bewoners van huurwoningen en eigenaren van koopwoningen voor de tweede keer geconfronteerd met een hogere rekening voor de gemeentelijke woonlasten. Huiseigenaren gaan gemiddeld 4,3 procent meer betalen en huurders 5,1 procent meer, blijkt uit het jaarlijkse onderzoek door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen. Deze stijging is een stuk hoger dan de verwachte inflatie van 1,6 procent.

Meer kosten voor zowel huurders als kopers

De gemeentelijke woonlasten gaan voor kopers gemiddeld met 30 euro omhoog en komen dan uit op 734 euro. Mensen die in huurhuizen wonen moeten gemiddeld 18 euro meer gaan betalen. Hierdoor komen ze uit op 363 euro. Onder gemeentelijke woonlasten vallen afvalstoffenheffing, onroerendezaakbelasting (ozb) en rioolheffing. Voor mensen die een huis bezitten zijn de kosten hoger dan voor mensen die huurwoningen bewonen, omdat huurders geen ozb hoeven te betalen.

Eigenaren van een woning betalen gemiddeld 1,9 procent meer voor de rioolheffing (3,14 euro). Bewoners van huurhuizen betalen gemiddeld 57 euro voor de rioolheffing, dat is 0,9 procent (0,49 euro) meer dan in 2019. In 14 grote gemeenten hoeven inwoners van huurhuizen geen rioolheffing te betalen. In de gemeenten waar huurders wel een rioolheffing moeten betalen varieert het tarief voor zowel één- als meerpersoonshuishoudens van 28 euro in Oss tot 284 euro in Zaanstad. Ook zijn woningeigenaren in Zaanstad het meest kwijt aan rioolheffing met maximaal 284 euro. Gemiddeld betalen kopers in deze plaats 172 euro, wat 1,9 procent meer is dan in 2019. Eigenaren van een woning in Tilburg zijn het minst kwijt aan de rioolheffing (96 euro).

Stijging ozb 4,0 procent

Huiseigenaren betalen gemiddeld 256 euro aan ozb in 2020. Dat is een stijging van 4,0 procent ten opzichte van vorig jaar. Hierin zit variatie, met een daling van 1,0 procent in Arnhem tot een stijging met 15,2 procent in Groningen. In Amsterdam betalen huishoudens met gemiddeld 150 euro het minst, in Nijmegen het meest (569 euro).

Afvalstoffenheffing stijgt 5,9 procent

Met de afvalstoffenheffing wordt de afvalinzameling en -verwerking bekostigd. Aan deze heffing is een groot deel van de stijging in de woonlasten toe te schrijven (met 5,9 procent ofwel 17 euro), die weer het resultaat is van het besluit om restafval aanzienlijk zwaarder te belasten. Vanuit de overheid is deze keuze in 2019 gemaakt, om mensen aan te moedigen meer te recyclen.

Afgelopen jaar heeft een deel van de gemeenten deze verhoging uit eigen zak betaald. In 2020 rekenen gemeenten deze verhoogde belasting wel door aan de huishoudens. Daarnaast lopen de inkomsten van gemeenten terug: ingezameld plastic en papier leveren minder op.

Grote verschillen tussen gemeenten

Het onderzoek vanuit COELO is uitgevoerd onder huishoudens met meerdere bewoners in de veertig grootste Nederlandse gemeenten. Tussen de gemeenten zijn de verschillen groot. In Zaanstad zijn bewoners van huurhuizen het duurst uit met 586 euro en kopers zijn het meeste geld kwijt in Leiden. Daar betalen ze gemiddeld 878 euro per jaar. In Den Haag betalen huiseigenaren het minst, gemiddeld 597 euro. Bewoners van huurwoningen zijn het minste kwijt in Nijmegen (ongeveer 43 euro).

Sinds 2007 houdt het COELO houdt zich de gemeentelijke woonlasten bij.  Sindsdien heeft het onderzoekscentrum elk jaar een lastenstijging vastgesteld, met uitzondering van 2017. Gemeenten waren toen dankzij de afvalscheiding minder geld kwijt. Daarna zijn de lasten weer aan het stijgen. Pas sinds 2016 houdt COELO deze gegevens voor huurders bij.

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie