ABN AMRO: zelfs ‘zachte’ brexit kost Nederlandse economie ruim 4,5 miljard euro
De Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk gaan naar verwachting met een vrijhandelsverdrag uit elkaar. Maar zelfs zo’n ‘zachte’ brexit kost de Nederlandse economie volgens ABN AMRO ruim 4,5 miljard euro - ofwel 0,7 procent van het bbp (vanuit de productie) - en meer dan 17.000 banen ten opzichte van vorig jaar.
Deze economische schade komt voort uit de extra handelsbelemmeringen die bij een brexit zullen gelden - zoals grenscontroles, files bij de douane en extra administratie - wat de komende jaren zijn weerslag kan hebben op de vraag. Bij het doemscenario van een ‘harde brexit’ is de schade veel groter, mede door invoertarieven: ruim 17,5 miljard euro en het verlies van bijna 70.000 banen. Nederlandse bedrijven in verschillende sectoren hebben dus veel te winnen bij een succesvolle uitkomst van de brexit-onderhandelingen.
Indirecte schade van zachte brexit is 2,5 miljard euro
De schade is zo omvangrijk, omdat het Verenigd Koninkrijk één van de belangrijkste handelspartners van Nederland is. Zo worden exporteurs van machines, chemische producten en voeding rechtstreeks getroffen, omdat zij veel zaken doen met Britse afnemers. Bovendien zijn veel bedrijven sterk verweven met sectoren in binnen- en buitenland en worden zij hierdoor óók indirect geraakt. Van het verlies van ruim 4,5 miljard euro ten opzichte van het Nederlandse bruto binnenlands product van 2019, komt liefst 2,5 miljard voort uit indirecte schade via andere sectoren in binnen- en buitenland. In de landbouw (69 procent), de groothandelsbranche (64 procent) en de bouw (62 procent) is het indirecte aandeel in de schade erg hoog. Als de vraag in het Verenigd Koninkrijk naar bijvoorbeeld auto’s en machines uit Duitsland door extra handelsbelemmeringen terugvalt, hebben Duitse producenten minder onderdelen nodig en worden ook Nederlandse toeleveranciers geraakt. Datzelfde geldt voor agrarische toeleveranciers van voedingsmiddelenproducenten die door de brexit minder naar het Verenigd Koninkrijk kunnen exporteren. Ook in de dienstensector is sprake van indirecte schade, omdat de handel in diensten vaak vervlochten is met die van producten. Diensten gaan niet letterlijk de grens over, maar worden ‘op afstand’ afgenomen. Op die manier ‘exporteerde’ Nederland vorig jaar voor ruim 5 miljard euro aan vervoersdiensten en voor hetzelfde bedrag aan professionele diensten – als accounting, boekhoudingen en juridische diensten – en managementadviesdiensten naar het VK. Hoewel geen grenscontroles plaatsvinden, is de schade in de Nederlandse dienstensector ook groot. Wanneer een Britse exporteur van producten van een Nederlands bedrijf advies krijgt over de exportstrategie, zal bij een daling van die export ook minder behoefte aan deze adviesdiensten ontstaan. Daardoor staan ook in de zakelijke dienstverlening mogelijk duizenden banen op de tocht.
Brexit biedt ook kansen, onder meer voor zakelijke dienstverlening
Het bestrijden van de coronacrisis en de voorbereidingen op de brexit lopen op dit moment door elkaar heen. Ook zal de brexit - in welke vorm ook - het economisch herstel ná de pandemie afremmen, verwacht ABN AMRO. “Hoewel we verwachten dat het Verenigd Koninkrijk en de EU tot een vrijhandelsakkoord komen, is de schade voor het Nederlandse ook bij een zachte brexit bedrijfsleven aanzienlijk. Een aantal factoren kan deze schade de komende jaren echter lager doen uitvallen”, zegt Sonny Duijn, Sector Econoom Thema’s van ABN AMRO. “Een bedrijf dat met Britse branchegenoten concurreert om marktaandeel op het Europese vaste land, kan zijn positie bijvoorbeeld aanzienlijk verbeteren. Ook levert de brexit directe werkgelegenheid op, bijvoorbeeld voor dienstverleners. Zo kunnen grenscontroles tot juridische claims leiden als handelswaar bederft door oponthoud. Voor de komende weken zijn – voor zover nog niet getroffen – een aantal praktische voorbereidingen voor bedrijven erg belangrijk, zeker nu het einde van de overgangsperiode in zicht komt.”