Chargepoint - Bedrijven als spil in de toekomst van duurzame mobiliteit
De opkomst van elektrische mobiliteit is niet te stuiten. Autofabrikanten investeren de komende jaren miljarden in EV-technologie en innovatie en inmiddels overweegt al 44% van Nederlanders de aanschaf van een elektrische auto. Maar overwegen is natuurlijk niet genoeg. Hoe trekken we rijdend Nederland over de streep? Het bedrijfsleven speelt een kritieke rol in deze uitdaging - maar dan moeten ze wel de stap durven nemen.
Tekst: André ten Bloemendal, Vice President of Sales Europa bij ChargePoint
Waarom stellen bedrijven elektrificatie uit - en waarom is dit onterecht?
Facilitair managers hebben soms te maken met uitdagingen in de elektrische capaciteit die het aantal potentiële oplaadstations beperken. Veel organisaties willen dan ook hun laadinfrastructuur uitbreiden om meer werknemers te kunnen ontvangen, zonder grote investeringen te doen in upgrades aan hun netcapaciteit. Maar de capaciteit verhogen is niet zonder meer nodig. Door op intelligente wijze de beschikbare stroom te beheren, kunnen meer laadstations worden geïnstalleerd zonder de bestaande bedrading, panelen, transformatoren of stroomvoorziening op een locatie uit te breiden. Dit kan aanzienlijke kostenbesparingen opleveren zonder aan de laadmogelijkheden te tornen.
Een ander heikel punt is de laadinfrastructuur. Een veelgehoord bezwaar is het vermeende gebrek aan laadmogelijkheden. Met name snelladen speelt een belangrijke rol in de discussie. Het is nodig bij lange-afstandsritten en daarom is dit onderdeel van de infrastructuur voor veel wagenparken van bijzonder belang. Er wordt veel gesproken over de noodzaak voor steeds snellere laders. En hoewel dit net zo vertrouwd voelt als tanken voor een verbrandingsmotor, zou dit niet alleen een fortuin kosten, maar het zou ook te zwaar kunnen zijn voor ons zwaar belaste elektriciteitsnet. Een onnodige belasting, bovendien, want de efficiëntie en de capaciteit van batterijen stijgt voortdurend: de gemiddelde actieradius van boven de 300 kilometer is ruim voldoende voor elektrisch personenvervoer in Nederland.
De meeste wagenparken (voor kortere afstanden) laden op een van de volgende twee manieren op: op de werkplek of bij de werknemer thuis. In beide gevallen beginnen ze elke dag met voldoende actieradius om hun route af te leggen en keren ze ‘s avonds terug om op te laden, zodat ze zelden of nooit van de openbare laadinfrastructuur gebruik hoeven te maken. Zelfs in die zeldzame gevallen dat openbare laadstations nodig zijn, zijn de meeste bestelwagens niet geschikt voor laadpunten met hoge voltages.
Wie toch een openbaar snellaadstation nodig heeft, moet dat op zoveel mogelijk locaties kunnen doen. Dankzij roamingovereenkomsten kunnen bestuurders nu gelukkig met één account toegang krijgen tot honderdduizenden laadstations over heel Europa. En voor bedrijven wiens werknemers hun auto’s mee naar huis nemen en gebruik maken van openbare infrastructuur, is er tegenwoordig ook nog eens de mogelijkheid om oplaadkosten naadloos door te berekenen aan de wagenparkbeheerder.
Waarom overstappen naar elektrisch rijden?
Deze praktische uitdagingen zijn maar een onderdeel van de overweging om over te stappen. Perceptie is een tweede. Meer dan ooit verwachten mensen meer van hun baan dan alleen een salaris. Uit onderzoek van Harvard Business Review blijkt bijvoorbeeld dat 9 op de 10 mensen zelfs salaris zou inleveren voor zinvoller werk. En recent onderzoek van BeFrank toont aan dat 55% van de Nederlanders het belangrijk vindt dat de organisatie waar men werkzaam is, zich inzet voor een duurzame bedrijfsvoering, terwijl 70% eraan hecht dat hun baan betekenisvol is en waarde toevoegt aan de maatschappij.
Het ondersteunen van elektrische mobiliteit helpt om deze werknemers aan te trekken. Er zijn bovendien een aantal overheidssubsidies beschikbaar waardoor elektrisch rijden ook nog eens een betaalbare arbeidsvoorwaarde wordt. En door de zichtbaarheid van laadpalen krijgen werknemers én klanten het signaal dat een bedrijf niet alleen om zijn personeel geeft, maar ook dat het duurzaamheid serieus neemt. Een imagoboost van jewelste dus! Uiteindelijk heeft de transitie naar elektrische mobiliteit een aantal belangrijke pijlers. Ten eerste is er de drie-eenheid van laadmogelijkheden: thuis, op het werk en onderweg. Het bedrijfsleven speelt een kritieke rol in het uitbreiden van twee van die drie mogelijkheden. Ten tweede moeten bestuurders de overstap maken. Ook daarin kan het bedrijfsleven veel betekenen, door elektrisch forenzen te stimuleren en elektrisch vrachtverkeer af te dwingen. Niet dat je je personeel daarmee een last oplegt: voor veel mensen biedt elektrisch vervoer een veel fijnere rijervaring als ze het eenmaal hebben geprobeerd.
De bezwaren tegen de overstap zijn te overkomen door krachtige technologie, die voortdurend wordt doorontwikkeld om tot (kosten)efficiëntere oplossingen te komen. Obstakels worden constant weggenomen, zodat het bedrijfsleven zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid in de energietransitie kan nemen. Dus... wat is jouw excuus?