Een kijkje achter de schermen bij familiebedrijf Kesbeke

Een kijkje achter de schermen bij familiebedrijf Kesbeke

Redactie Baaz

Wat ooit begon in een keldertje aan het Amsterdamse Waterlooplein, groeide uit tot het landelijke bekende Kesbeke. Over een aantal jaar nemen Camiel en Silvian het stokje over van hun vader, augurkenkoning Oos. Baaz neemt een kijkje achter de schermen van dit familiebedrijf.

Tekst: Marijn Ruhaak

Het kantoor van Oos is bomvol. Een reusachtig aquarium, een muur vol Ajax-posters en een houten Kesbeke-kraam vol fotolijstjes vormen het decor van Oos’ werkplek. Hij neemt plaats aan een bureau vol paparassen, prularia en een zak stroopwafels. ‘Ik breng hier meer tijd door dan in mijn eigen huis’, verklaart Oos. Als we hem om 09.30 uur ontmoeten, heeft hij er al een halve dag opzitten. ‘We zitten middenin de oogsttijd’, vertelt hij. ‘Dan is het gekkenhuis we zes dagen per week, twaalf uur per dag.’ Heel normaal, vindt Oos die weinig op heeft met thuiswerkende deeltijders. ‘Zolang je plezier hebt in wat je doet, is er niets mis met hard werken. Misschien ben ik van de oude stempel, maar ik vind dat je je moet committeren aan het bedrijf waar je werkt. Dat commitment mis ik nog wel eens bij de nieuwe generatie.’

 

Rotklusjes

Hard werken kreeg Oos er met de paplepel ingegoten. Onder het motto ‘niet zeuren, maar werken’, werd Oos door zijn vader al vroeg in de fabriek aan het werk gezet. Terwijl zijn vriendjes op vakantie gingen, verrichte Oos allerhande klusjes. ‘Rotklusjes’, verduidelijkt hij, ‘want mijn vader vond dat ik onderaan de ladder moest beginnen. Dat was niet altijd leuk, maar je leert er een hoop van.’ Oos denkt dat zijn vader hem met een stevige opvoeding hard wilde maken. ‘Misschien dat hij mij de teleurstellingen die hij zelf had meegemaakt wilde besparen.’ Studeren was voor Oos geen optie. ‘Toen ik mijn middelbareschooldiploma haalde, tikte mijn vader aan mijn slaapkamerdeur: het was tijd om te gaan werken. Mijn mazzel was dat het fabriekswerk mij beviel. En ik heb veel aan mijn moeder gehad’, voegt Oos toe. ‘Zij was de verbindende factor in ons gezin. Als er heibel was tussen mijn vader en mij, was zij er altijd om de boel te lijmen.’

 

Nieuwe koers

Inmiddels is Kesbeke uitgegroeid tot de grootste Amsterdamse inleggerij van dit moment. Dankzij de telvisieserie De Augurkenkoning zelfs de bekendste van het land. ‘Toen ik het bedrijf van mijn vader overnam, waren we nog een regionale speler. We moesten iets veranderen om voort te bestaan. Ons sterker gaan onderscheiden van andere, veel grotere inleggers.’ Oos’ koos voor een nieuwe koers. Dat begon bij het herontwerp van de pot. ‘Als je voor een schap staat, moet de pot eruit springen’, legt Oos uit. ‘Ik ontwierp een pot die anders was dan de andere en een opvallender etiket draagt.’ De volgende stap was zorgen dat de producten van Kesbeke in veel meer winkels beschikbaar werden. ‘We leverden destijds alleen aan Dirk van den Broek, maar we hadden meer verkooppunten nodig om overeind te blijven.’ 

 

Tegenwoordig zijn de potten van Kesbeke overal te vinden. Herkenbaar aan hun felgele etiket. ‘We maken meer dan driehonderd producten’, vertelt Oos trots. ‘We leveren aan groothandels en de retail en maken daarnaast ook halffabricaten en ingrediënten voor sausjes van bijvoorbeeld Remia.’ Toch zijn er dingen die Oos niet doet. ‘Wij maken geen private label’, zegt hij stellig. ‘Veel geld verdienen is nooit mijn drijfveer geweest. Ik ben trots op wat ik maak en blijf bij het eigen merk. Daar zijn wij behoorlijk uniek in.’ Een andere onderscheidende factor is Kesbekes samenwerking met verschillende chef-koks zoals Jonnie de Boer. ‘Toen ik hem twintig jaar geleden leerde kennen, ging er een wereld voor me open. Hij liet mij kennismaken met kruiden en specerijen waar ik nog nooit van had gehoord. We waren een platte augurkenboer, maar dankzij zijn kennis en wijsheid konden we producten maken die heel bijzonder zijn.’ Deze producten produceert Oos in kleine hoeveelheden. Soms komen chefs ook zelf met kleine productiewensen. ‘Die zijn commercieel totaal oninteressant, lacht Oos. ‘Maar dat maakt mij niet uit. Ze geven ons veel kennis en dat is mij veel meer waard dan alleen maar cashen.’

Stapje terug

Met zijn 66 jaar, moet Oos gaan denken aan zijn pensioen. Langzaamaan moet hij een stapje terugdoen en dat is moeilijk. Ook al staan zijn opvolgers al klaar. Zijn oudste zoon Camiel besloot na zijn master bedrijfskunde en economie in de fabriek aan de slag te gaan. Ook de jongste telg van het gezin Silvian staat al in de fabriek. Samen zullen zij het stokje overnemen. Hoewel het razend druk is in de fabriek, schuift Camiel aan om zijn ambities te delen. Of hij altijd al van een leven als augurkenkoning droomde? Hij lacht: ‘Als kind wilde ik profvoetballer worden. Of politieagent, dat vond ik veel sexyer. Maar toen ik ouder werd, besefte ik dat het veel gaver was om dit familiebedrijf voort te zetten.’ Net als zijn vader heeft hij geleerd hard te werken. ‘Maar mijn opvoeding staat niet in verhouding tot de opvoeding van mijn vader. Ik heb altijd geprobeerd om het anders te doen. Ik heb geen voetbalwedstrijd van mijn zoons gemist en ik heb hen vrijgelaten in hun toekomstplannen. Dat zij nu hier werken en de zaak gaan overnemen, zie ik als een geschenk.’

 

Aan Camiel en Silvian de taak om te zorgen dat het levenswerk van hun vader blijft voortbestaan. ‘We moeten niet verzanden in wat de grote jongens doen en met een blik op oneindig gaan stampen’, zegt Camiel. Hij wil de organisatie efficiënter maken en verder investeren in een vast team van gemotiveerde mensen. Net als hun vader zijn de jongens niet vies van hard werken. ‘Als ik met een laptopje op de Bahama’s geld had willen verdienen, had ik niet voor dit werk gekozen’, zegt Camiel. Die mentaliteit klinkt Oos als muziek in de oren. Het sterkt hem in de gedachte dat hij met een gerust hart een stapje terug kan doen. Hij weet ook dat drie kapiteins op een schip voor gedoe zorgt. Maar helemaal loslaten? ‘Het is wel mijn kindje hè?’, lacht Oos. ‘Zolang ik op twee benen sta, zal ik hier rondlopen.’

 

Dit is een artikel uit Baaz September 2024, lees hem hier digitaal!

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie