BaazEthics: De gestolen kwast
Wat is er aan de hand? De klant heeft een verfkwast in zijn zak gestoken om zijn handen vrij te hebben voor andere boodschappen, althans dat zegt hij. Bij de kassa was hij de kwast vergeten. Is dat diefstal of vergeetachtigheid? De mandjes en winkelwagentjes zijn er niet voor niets. Alsnog afrekenen en zand er over, of moet deze winkeldief voor de rechter verschijnen? Een alledaags dilemma in de retail- business.
Wat deze casus interessant maakt? Het feit dat de dader wethouder is van een middelgrote gemeente in Nederland. Inmiddels heeft het OM besloten de zaak te seponeren (niet te vervolgen) omdat er volgens de officier van justitie geen bewijs is dat de wethouder de verfkwast opzettelijk meenam. Is de misser van de wethouder zo duidelijk? En is het dan klassenjustitie of een juiste beslissing? Een belangrijke ethische vraag nu de handel en wandel van politici en bestuurders voortdurend tegen het licht wordt gehouden en deze publieke figuren in de (nieuwe) media onmiddellijk aan de schandpaal worden genageld.
De burger volgt de politiek, de overheid, de politici en bestuurders de laatste tijd zeer kritisch. Er is weinig vertrouwen in de bestuurders. Dat is op zich niet negatief, het dwingt namelijk de overheid tot openheid en de bestuurders moeten in het openbaar rekenschap afleggen van hun daden. Dat is democratie. Wel is noodzakelijk, dat de burger vertrouwen houdt in het bestuur. Democratie is een spel van georganiseerd wantrouwen. Een actief en kritisch burgerschap vanuit een sterke maatschappelijke betrokkenheid is prima. Wantrouwen vanuit frustratie en teleurstelling niet, het ondermijnt de democratie. Helaas is die nuance op het internet vaak ver te zoeken. De meeste politici/ambtenaren die een scheve schaats rijden, worden publiekelijk neergesabeld.
‘Hoe ethisch is het eigenlijk om klanten als potentiële winkeldieven te beschouwen?’
Het treft mij dan ook dat op sociale media platforms over het algemeen meegaande, meewarige en meelevende reacties op de vergeetachtige wethouder te vinden zijn. Blijkbaar is er begrip voor het per ongeluk niet afrekenen van vergeten zaken, zoals een zak aardappelen of een krat bier onder op de winkelwagen, zolang dat achteraf maar alsnog gebeurt.
Iedereen is verdacht
Vooral supermarkten, parfumeriezaken en modezaken worden geplaagd door winkeldieven, zo blijkt uit onderzoek. Jaarlijks worden er zo'n drie miljoen winkeldiefstallen gepleegd. Hoe groter de winkel, hoe meer diefstal. Stelen bij een grote, en daardoor anonieme, winkelketen zou namelijk gemakkelijker zijn. Bij een kleine winkel is vaak duidelijk wie de eigenaar is en zou de dader zich realiseren dat hij deze benadeelt. Een ethisch besef bij de dief? Interessant. Hoe ethisch is het eigenlijk van de winkelier om al zijn klanten als potentiële winkeldieven te beschouwen? Camera’s, poortjes en bewakingspersoneel moeten de klant in het gareel houden.
Een effectief middel blijkt ook het groeten van de klant bij binnenkomst te zijn. Helaas niet uit welgemeende vriendelijkheid, maar zodat deze weet dat er op hem of haar wordt gelet. Aan de ene kant wordt het die klant door de zelfbediening gemakkelijk gemaakt (oplettend personeel is vaak in geen velden of wegen te bekennen), terwijl hij aan de andere kant als een echte crimineel wordt geobserveerd. Zoals wij op vliegvelden allemaal ook als mogelijke vliegtuigkapers worden gezien.
Het wordt steeds duidelijker dat slechts een kleine groep veelplegers verantwoordelijk is voor een zeer groot deel van het probleem. Daarnaast worden tegenwoordig, naast Oost Europese-gangs, ook ouderen genoemd als een nieuwe groep winkeldieven.
De kwast
Winkeldiefstal is natuurlijk een ergerlijk fenomeen. Maar woede of angst zijn altijd slechte raadgevers. Een teveel aan maatregelen lost niets op. Je wint er geen klanten mee. Een combinatie van betrokkenheid en distantie leidt tot het zoeken van heldere oplossingen zonder het respect voor de klant te verliezen.
Terug naar onze wethouder. Naar mijn mening is de beslissing van het OM zowel ethisch als strafrechtelijk (dat is vaak niet hetzelfde, maar daarover een andere keer) een juiste. Er was geen intentie zich de kwast “wederrechtelijk toe te eigenen” en dus geen sprake van diefstal.