Oorlog Oekraïne verandert kijk op inzet vluchtelingen in bedrijfsleven
Werkgevers staan sinds de oorlog in Oekraïne meer open voor het aanbieden van (tijdelijk) werk aan vluchtelingen dan voorheen. 44 procent zegt dat zijn of haar kijk op de inzet van een vluchteling op werkvloer is veranderd en 57 procent is bereid om een vluchteling uit Oekraïne een baan aan te bieden. Iets sceptischer is deze groep over mensen uit Rusland, al staat 46 procent hier ook voor open. Dit blijkt uit onderzoek van Pro Contact, gehouden onder 300 Nederlandse ondernemers en hogere managers in bedrijven van verschillende grootte en minimaal 10 fte.
Personeelstekort en werkdruk
Toch staan niet alle werkgevers te springen om iemand van niet-Nederlandse komaf een baan aan te bieden. Zo zegt een kwart het aannemen van een statushouder liever uit de weg te gaan, omdat het volgens hen niet goed is voor het bedrijfsimago. Dit is opmerkelijk omdat het in dienst nemen van bijvoorbeeld statushouders voor bedrijven een uitkomst kan zijn om aan personeel te komen. Dat het personeelstekort in Nederland nijpend is blijkt ook uit de cijfers van Pro Contact. Zo ervaart 52 procent van de ondervraagden veel moeite met het vinden van collega’s. Ook ziet 48 procent dat het tekort tot extreem hoge werkdruk leidt onder het huidige personeel. Drie op de vijf (56%) zeggen dan ook tot het uiterste te willen gaan om nieuw personeel te vinden.
“De oorlog in Oekraïne is inmiddels al meer dan honderd dagen gaande en raakt ons land in allerlei vormen. Veel vluchtelingen zien geen toekomst meer in hun thuisland en willen zich ondanks de omstandigheden nuttig maken, onder andere door te werken. Helaas worden in hun zoektocht nog allerlei hordes opgeworpen”, aldus Willem Bos, creatief directeur bij Pro Contact en initiatiefnemer van het onderzoek. “Vanuit mijn werk zie ik dit soort gevallen dagelijks voorbijkomen. Bedrijven die vanuit een tunnelvisie redeneren, en daardoor veel talent mislopen vanwege hun halsstarrigheid. Want wat maakt een vluchteling of statushouder anders dan een Nederlandse werknemer wanneer zij beschikken over dezelfde competenties? Maar laten we vooropstellen dat een groot deel van de werkgevers gelukkig wél openstaat om een vluchteling of statushouder aan te nemen. De boodschap dat zij hun blikveld moeten verruimen in hun zoektocht naar nieuw personeel lijkt steeds meer aan te komen.”