Prinsjesdag: Arbeidsmarkthervormingen brengen risico's met zich mee, waarschuwt Please
Het demissionaire kabinet heeft op Prinsjesdag voorstellen tot arbeidsmarkthervormingen aangekondigd met als doel werknemers meer loon en zekerheid te bieden. Vernieuwend zijn de hervormingen echter niet. In de Voorjaarsnota 2023 heeft minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip hier al de nodige informatie over vrijgegeven. En hoewel deze maatregelen een nobel streven zijn, benadrukt juriste Ilse Vermeulen van Please, de HR-partner voor het MKB, de mogelijke negatieve gevolgen van deze kabinetsplannen voor de toch al gespannen situatie op de arbeidsmarkt.
Effect van meer loon op deeltijdwerk
Het kabinet streeft ernaar dat werken meer loont, met de gedachte dat dit de huidige krapte op de arbeidsmarkt zal verminderen. Echter, de voorgestelde maatregelen kunnen onbedoelde gevolgen hebben. Neem bijvoorbeeld het minimumloon: vanaf 2024 zal het wettelijk minimum maandloon worden vervangen door een wettelijk minimum uurloon op basis van een 36-urige werkweek. Dit betekent een stijging van de uurloonkosten met 5 tot 10 procent. Bovendien leidt een hoger salaris vaak bij medewerkers tot een besluit om wat minder te werken voor een andere werk-privébalans. Dit resulteert in meer parttime dienstverbanden, waardoor de krapte op de arbeidsmarkt mogelijk eerder toeneemt dan afneemt.
Verschuiving van flexkrachten naar zzp-ers
Het demissionaire kabinet werkt ook aan plannen om medewerkers meer zekerheid te bieden. Zo is er een conceptwetsvoorstel met strengere regels voor tijdelijk werk, en wordt het oproep- of nulurencontract vervangen door een basiscontract. Hoewel deze maatregelen weliswaar goed bedoeld zijn, verwacht Please dat dit echter nadelige gevolgen met zich meebrengt. De behoefte aan flexibele krachten voor ondernemers blijft namelijk onveranderd dus zij zullen sneller zzp-ers inschakelen; een groep waarvoor de beoogde rechtsbescherming van het kabinet niet geldt.
Toenemende regeldruk en financiële risico's
De kabinetsplannen zorgen tot slot wederom voor een toenemende regeldruk voor ondernemers. Dit beperkt de commerciële slagkracht van ondernemingen en vergroot de financiële risico’s van het werkgeverschap. Want het niet juist toepassen van wet- en regelgeving kan leiden tot tonnen boetes, naheffingen en claims van medewerkers. En hoewel er initiatieven zijn om sommige regelgeving te vereenvoudigen – zoals het verlofstelsel – worden ondernemers geconfronteerd met complexe verplichtingen die nagenoeg onmogelijk zijn om bij te houden.