Vier op de tien werkt ook buiten kantoortijden
Ruim 3,6 miljoen mensen zijn regelmatig aan het werk in de avond of nacht (tussen zeven uur ’s avonds en zes uur in de ochtend) of in het weekend. Nog eens 1,9 miljoen mensen doen dat af en toe. Dat zijn bij elkaar bijna 5,5 miljoen, bijna twee derde (65 procent) van alle werkenden, meldt het CBS op grond van nieuwe cijfers over 2016.
Het werken buiten kantooruren is de afgelopen jaren licht toegenomen. Het gebeurt het vaakst op zaterdag of in de avond. Ruim de helft van de werkenden (52 procent) klapt ’s avonds de laptop nog eens open of gaat op een andere manier beroepsmatig aan de slag. Een bijna even groot deel (51 procent) doet dat op zaterdag. Ruim één op de drie werkt soms of regelmatig op zondag. Meer dan één op de zeven werkenden werkt in de nachtelijke uren.
Verschillen kantoortijden tussen zelfstandigen en werknemers
Tussen zelfstandigen en werknemers verschillen de percentages werkenden buiten kantoortijden aanzienlijk. Zelfstandigen met personeel werken het vaakst buiten kantoortijden (92 procent). Bij zelfstandigen zonder personeel is dat 84 procent. Bij werknemers met een flexibele arbeidsrelatie komt het iets vaker voor dan bij vaste werknemers: 68 procent tegen 59 procent.
Zelfstandigen met personeel werken vooral veel vaker op zaterdag dan vaste werknemers. Zij werken ook vaker dan vaste werknemers in de avond, op zondag of in de nacht.
Met bijna 44 procent wordt in Nederland aanzienlijk vaker dan gemiddeld in de EU (38,5 procent) regelmatig buiten kantoortijden gewerkt. Vooral de avondwerkers zijn hier talrijker. Hier speelt mee dat het percentage zelfstandigen in Nederland naar verhouding hoger is dan in andere EU-landen.
Vooral nachtwerk verstoort balans tussen werk en privé
Werknemers die buiten kantooruren werken, zeggen vaker familie- of gezinsactiviteiten te missen dan werknemers die van negen tot vijf werken. Vooral nachtwerk verstoort het evenwicht tussen werk en privé, blijkt uit de bevindingen van werknemers die regelmatig in de nachtelijke uren actief zijn. Van hen mist 21 procent vaak tot zeer vaak familie- en gezinsactiviteiten. Van de werknemers die niet ’s nachts werken is dat 6 procent.