Waar of niet waar? Zes feiten over beleggen
1. Beleg voor een periode van minimaal drie jaar
Waar en niet waar! Drie jaar is heel kort om goed te kunnen beleggen. Voor veel portefeuilles is het zelfs te kort. Een periode van vijf tot tien jaar is beter.
2. Weet precies wat de huidige hype is
Niet waar! Je doet er verstandig aan juist niet in hypes te beleggen. Er zijn voorbeelden genoeg van hypes die in de jaren nadat ze een hype werden niet meer succesvol blijken. Denk aan Apple, goud, Facebook, zonnepanelen enzovoorts.
3. Beleggen is een soort van gokken
Niet waar! Het is mogelijk om de financiële markten te gebruiken om te gokken, maar beleggen is geen gokken. Door gedurende lange periode in verschillende asset-klassen (aandelen, obligaties, vastgoed en alternatieve producten), regio’s en sectoren te beleggen, komt het gerealiseerde rendement dichter bij het gemiddelde rendement te liggen. Het gemiddelde rendement wordt bepaald door de winsten die de onderliggende ondernemingen maken of door de rente. Dit getal zal uiteindelijk altijd substantieel boven de spaarrente liggen. Hoe langer de horizon, des te dichter het rendement bij dit gemiddelde komt te liggen.
4. Om te kunnen beleggen, heeft iemand veel geld nodig
Waar en niet waar! Je moet alleen beleggen met geld wat je de komende jaren niet nodig zult hebben. Veel hoeft het niet te zijn, maar dat kan natuurlijk wel. Voor bijvoorbeeld duizend euro heb je al een prima portefeuille. Let met kleinere portefeuilles wel extra op de kosten voor het aanschaffen, verkopen en aanhouden van de portefeuille. Ze mogen procentueel niet te groot worden. Beleggingsfondsen of trackers zijn dan een prima alternatief.
5. Om te beleggen, moet iemand ouder zijn en sigaren roken
Niet waar! Sterker nog, hoe jonger hoe beter. Einstein noemde rendement over rendement het achtste wereldwonder. Om van rendement te kunnen profiteren, moet je jong beginnen met beleggen. De stortingen in je jonge jaren, zullen het meest bijdragen aan dit ‘achtste wereldwonder’ en aan een toekomstig pensioen- of reservepotje. Een storting van honderd euro op je dertigste zal bij een gemiddeld rendement van negen procent op je zeventigste meer dan 3100 euro opleveren. Dezelfde storting op je vijfenvijftigste levert niet meer dan 365 euro op.
6. Beleggen is moeilijk en ingewikkeld
Niet waar! Beleggen is zelfs doodeenvoudig. Je kunt het inderdaad moeilijk en ingewikkeld maken, maar meestal wordt het er niet beter van. Zorg dat je goed spreidt.
De vorige twee delen gemist? Lees dan alsnog deel 1 en het tweede deel