Wijzigingen in 2025 voor werkend Nederland
Kabinet-Schoof heeft de arbeidsmarkt niet als speerpunt van het beleid, maar stiekem zijn er genoeg wijzigingen waar werkend Nederland mee van doen krijgt vanaf 2025. Afschaffing van het lage-inkomensvoordeel (LIV) en indexaties zorgen voor hogere werkgeverslasten en hebben invloed op het welzijn en het besteedbaar inkomen van werknemers. Pieter Jacob Leenman, de oprichter en CEO van Maqqie, het platform dat alles rondom werk digitaliseert en automatiseert, deelt de belangrijkste vijf wijzigingen.
1. Meer risico met zzp’ers
Door het einde van het handhavingsmoratorium van de wet DBA (Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties), die al sinds 2016 geldt, lopen werkgevers meer risico’s met zzp’ers. Hoe de Belastingdienst precies gaat handhaven is nog onduidelijk. Maar het is goed om alvast te bekijken of zzp’ers die je inhuurt mogelijk als schijnzelfstandigen worden gezien. Voorlopig zullen er nog geen boetes worden uitgedeeld aan werkgevers die laten zien dat ze hier actief mee bezig zijn.
Zowel de overheid als de jurisprudentie van afgelopen jaren bieden geen duidelijk toetsingskader voor het beoordelen van zzp’ers. Dit leidt ertoe dat werkgevers het gesprek aangaan met zzp’ers om hen over te zetten naar een dienstverband. Alternatieven, zoals het verlonen van zzp-inkomsten via een fictief dienstverband, zijn ook in opkomst maar brengen arbeidsrechtelijke risico’s met zich mee.
2. Wet toekomst pensioenen
De Wet toekomst pensioenen, die al sinds 2023 van kracht is, brengt grote veranderingen in de pensioenregelingen met zich mee. Een belangrijke deadline is 1 januari 2025, wanneer alle arbeidsvoorwaardelijke afspraken rond pensioenen moeten zijn vastgelegd bij pensioenfondsen.
Daarnaast is er een recente wijziging in de wetgeving die invloed heeft op al gepensioneerden. De Tweede Kamer heeft de Wet ‘herziening bedrag ineens’ goedgekeurd, die gepensioneerden de mogelijkheid biedt om tot 10 procent van hun pensioen ineens uit te laten betalen. Dit voorstel moet nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Hoewel deze optie gepensioneerden op korte termijn meer ruimte biedt, bijvoorbeeld voor het aflossen van een hypotheek of het financieren van een droomproject, is het belangrijk om de langetermijneffecten op het totale pensioeninkomen niet uit het oog te verliezen.
3. Wijziging WW-premie
Naast een stijging van 0,1 procent van de WW-premie, verandert vanaf 1 januari 2025 de berekening afhankelijk van het type arbeidscontract. Voor contracten van minder dan 30 uur per week geldt dat de hoge WW-premie betaald moet worden als een werknemer meer dan 30 procent boven op de afgesproken uren werkt. Dit kan met name zorgen voor verrassingen bij werkenden met flexibele contracten.
4. Kleine versobering 30%-regeling
De afbouw van de 30%-regeling naar 10 procent wordt teruggedraaid. Het belastingvoordeel voor expats blijft bestaan, maar het percentage wordt verlaagd naar 27 procent van het loon. Hierdoor blijft het vestigingsklimaat voor bedrijven relatief aantrekkelijk als het gaat om het aantrekken en behouden van buitenlands talent.
5. Afschaffing lage-inkomensvoordeel
Het LIV, een financiële tegemoetkoming voor werkgevers die medewerkers met een laag inkomen in dienst hebben, wordt per 1 januari 2025 stopgezet. Dit houdt in dat werkgevers in 2025 voor de laatste keer een bedrag ontvangen, gebaseerd op de uren die in 2024 zijn gewerkt. In de praktijk bleek dat deze regeling beperkt bijdraagt aan het vergroten van de kansen voor deze groep werkenden. Het vrijgekomen geld wordt door de overheid herverdeeld over andere loonkostenvoordelen (LKV’s) aan werkgevers en lokale overheden, zoals de ‘doelgroep banenafspraak’. Met deze wijzigingen op komst is het belangrijk om tijdig de juiste voorbereidingen te treffen.