CO2-rapportering: veel rompslomp, maar ook opportuniteiten
Sinds 1 juli moeten heel wat Nederlandse bedrijven gedetailleerde informatie over de zakelijke verplaatsingen van hun voertuigen bijhouden. Hoe kunnen werkgevers ervoor zorgen dat de rapportage soepel verloopt en waar liggen de kansen? Ralf Urlings, Senior Partner Account Manager bij Geotab, schetst hoe inzicht in gegevens en telematica voordelen kunnen opleveren.
Een daling van de CO2-uitstoot met één megaton tegen 2030: dat is de bijdrage die de Nederlandse regering wil leveren aan de strijd tegen de klimaatverandering. Om deze doelstelling te bereiken, heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in 2022 de nieuwe rapportageverplichting van werkgebonden personenmobiliteit in het leven geroepen.
Met deze maatregel wil het ministerie er in eerste instantie voor zorgen dat bedrijven zich meer bewust worden van hun aandeel in de CO2-uitstoot die dit type verkeer teweegbrengt. In een latere fase zal deze rapportering bovendien gebruikt worden om bedrijven die op dit vlak heel slecht scoren te verplichten om in te grijpen en hun uitstoot te verminderen. Zakelijk verkeer en woon-werkverkeer van werknemers zijn naar schatting goed voor meer dan de helft van de totale hoeveelheid jaarlijks gereden kilometers in Nederland. Als men er effectief in slaagt om hier meer bewustzijn rond te creëren in de bedrijfswereld – en beter nog: als daar een gedragsverandering uit voortvloeit – kan dat dus een enorme impact hebben.
Wie moet wat doen?
Deze nieuwe rapportering is verplicht voor alle Nederlandse werkgevers met minstens honderd personeelsleden – ongeacht het aantal voertuigen dat de organisatie gebruikt, dus. Tegen 30 juni 2025 moet alle CO2 uitstoot door zakelijke verplaatsingen met bedrijfsvoertuigen en al het woon-werkverkeer van het personeel berekend worden. Het gaat dan om het aantal gereden kilometers en de hoeveelheid verbruikte brandstof, en dat allemaal per voertuigcategorie. Dit geldt enkel voor het wegverkeer; verplaatsingen per schip of per vliegtuig moeten niet worden opgegeven. Zo zijn er nog meer uitzonderingen: ook de verplaatsingen van wat ‘aangepaste voertuigen’ wordt genoemd – denk hierbij aan koelwagens of kraanwagens, bijvoorbeeld – vallen buiten deze regel, evenals verplaatsingen in het kader van politietaken, brandbestrijding of andere noodhulp. De verplaatsingen die personeelsleden met een bedrijfsvoertuig in hun vrije tijd maken en ritten die gemaakt worden met voertuigen met een zogenaamd grijs kenteken vallen er ook buiten.
Vooralsnog wordt er dus enkel een rapportageplicht opgelegd. Pas vanaf 2026 wordt nagegaan of bepaalde bedrijven verplicht zullen worden om maatregelen te nemen, zodat de doelstelling – een reductie van één megaton CO2 tegen 2030 dus – uiteindelijk kan worden behaald.
Makkelijker met telematica
Het rapporteren van de informatie over werkgebonden personenmobiliteit verloopt middels een online formulier op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Voor fleet managers en HR-managers – of in het mkb: voor de bedrijfsleider – vergt deze rapportering natuurlijk flink wat bijkomende administratieve inspanningen. Telematicasystemen, waarmee de verplaatsingen van bedrijfsvoertuigen op de voet worden gevolgd, kunnen natuurlijk helpen om deze klus sneller te klaren. Hiermee worden namelijk enorm veel gegevens verwerkt over het wagenpark van de onderneming, terwijl het tegelijkertijd mogelijk is om iemands locatie te verbergen waardoor de privacy wordt gewaarborgd. Die gegevens kunnen vervolgens snel en gemakkelijk worden geanalyseerd.
Voor veel bedrijven die telematica gebruiken is er eigenlijk niets veranderd op 1 juli. Zij hebben namelijk niet gewacht op een nieuwe wet om de CO2-impact van hun wagenpark te meten en te analyseren. Aan de hand van die inzichten is het vaak mogelijk om de accurate maatregelen te nemen om het wagenpark duurzamer te maken. Zo kunnen ze bijvoorbeeld precies berekenen welke voertuigen met fossiele brandstof beter kunnen worden vervangen door elektrische auto’s. Maar ook het optimaliseren van routes, ervoor zorgen dat de voertuigen minder stationair staan te draaien en medewerkers opleiden om zich op een meer CO2-vriendelijke manier te verplaatsen kunnen voor een aanzienlijke reductie van de CO2-uitstoot zorgen. Bijkomend voordeel: veel van deze maatregelen doen het brandstofverbruik dalen, en dat levert dan weer een mooie kostenbesparing op. Zo zie je maar: klimaatvriendelijke maatregelen hoeven niet altijd geld te kosten!
Gelukkig hebben bedrijven die al van telematica gebruik maken, de CO2-impact al gemeten, en waren er weinig aanpassingen nodig. Met behulp van een EVSA (Electric Vehicle Sustainability Assessment) kunnen ze bijvoorbeeld beoordelen welke voertuigen het beste door elektrische voertuigen kunnen worden vervangen. Routeoptimalisatie en het verminderen van stationair draaien hebben ook invloed op de CO2-uitstoot. Veel van deze maatregelen verlagen het brandstofverbruik en de totale bedrijfskosten en dat kan een win-win situatie zijn voor het bedrijf en het milieu.