COVID-19 pandemie: wat deed dat met de statistiek?
Op 27 februari 2020 werd de eerste positief geteste patiënt met het coronavirus (COVID-19) gemeld in Nederland, op 6 maart volgde het eerste sterfgeval door dat zelfde virus. De maatschappelijke gevolgen van corona waren groot. Het was de opdracht aan het CBS om die gevolgen in kaart te brengen. De nieuwe werkelijkheid vereiste dat de CBS-onderzoekers al hun kennis en expertise op statistisch gebied moesten inzetten om de impact van het virus op de maatschappij te kunnen laten zien.
Op de website stond vorige maand een artikel waarin te lezen was hoe diep de coronacrisis heeft ingegrepen in de levens van de inwoners van Nederland. Velen brachten meer tijd door achter een bureau, ze sportten minder en meer mensen (met name jongeren) rapporteerden psychische klachten. Maar doordat meer mensen thuis waren, waren er ook minder inbraken in woningen. De hogere sterfte en het teruglopen van de immigratie zorgde in het eerste coronajaar al voor een halvering van de bevolkingsgroei ten opzichte van 2019.
Wat deed corona met de statistiek?
Op 3 april 2020 verscheen het eerste CBS-bericht waarin werd gemeld dat een hogere sterfte in de voorafgaande weken samenviel met het begin van de coronacrisis. Een maand later verscheen de eerste publicatie waarin de term oversterfte is gebruikt. Het is de statistische term die in onderzoek wordt gebruikt om greep te krijgen op het aantal extra overledenen, bijvoorbeeld tijdens een hittegolf, griepepidemie en nu de coronapandemie. Op 22 mei 2020 verscheen de eerste maatwerktabel met een schatting van het verwachte aantal overledenen naar verschillende kenmerken als er geen coronapandemie zou zijn geweest. Deze tabel zou vanaf dat moment wekelijks verschijnen.
Versnelling van statistieken
Veel statistieken zijn versneld gepubliceerd, zoals de ontwikkeling van het aantal door rechtbanken uitgesproken faillissementen en de ziekteverzuimstatistiek. Van een deel van de gezondheidsstatistieken is de verschijningsfrequentie verhoogd van eenmaal per jaar naar eenmaal per kwartaal. Nieuwe publicaties verschenen om coronabeleid te evalueren, zoals het gebruik van financiële noodregelingen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van de Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers), het aantal gebruikers van de TOGS (Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19) en van de NOW (Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid).
Problemen met de waarneming
Door de lockdown en de contactbeperkingen ontstonden al snel problemen met de waarneming door het CBS bij het aan huis afnemen van interviews. Om die reden zijn statistiekprogramma’s aangepast. Omdat de kappers hun deuren een tijdlang moesten sluiten, kon de prijs van een knipbeurt niet meer worden waargenomen voor het samenstellen van de consumentenprijsindex (CPI). Dat gold gaandeweg voor meer goederen en diensten waarvan de verkoop tijdelijk werd stilgelegd. Het leidde ertoe dat voor de CPI-berekening voor deze goederen en diensten met geschatte prijzen is gewerkt; overigens een manier van werken die ook andere statistische bureaus hebben gehanteerd en afgestemd is met het Europese statistiekbureau Eurostat. Door zo te werk te gaan, kon de CPI toch worden gepubliceerd.
De gezondheidsenquête als voorbeeld
Om te laten zien hoe de statistiek moest veranderen onder invloed van corona en de genomen coronamaatregelen is CBS-onderzoeker Jan Willem Bruggink gevraagd te evalueren hoe het statistiekprogramma op basis van de Gezondheidsenquête is aangepast en hoe het publicatiebeleid in de coronajaren vorm werd gegeven. Bruggink benadrukt dat het voor een betrouwbare statistiek erg belangrijk is om in de extreme situatie van een pandemie, waarvan je in redelijkheid mag verwachten dat die de waarneming gaat beïnvloeden, zo snel mogelijk aanpassingen te doen aan het onderzoeksproces. ‘Bij de Gezondheidsenquête ging het om drie dingen: hoe ga je om met het wegvallen van een deel van de waarneming? Is het mogelijk om frequenter te publiceren? En moeten de vragen van de enquête worden aangepast, en zo ja: op welke manier?’
Daling respons aangepakt met tijdreeksanalyse
Met alle beperkingen op het contact was tussen maart 2020 en januari 2022 aan-huis-enquêteren soms niet meer mogelijk. Daarmee verviel een belangrijk deel van de reguliere enquêtestroom. Mensen is wel extra gelegenheid geboden om via internet aan de enquêtes deel te nemen, maar dit leverde maar weinig extra respons op. Al met al verloor de statistiek door het deels wegvallen van de aan-huisenquêtes op jaarbasis zo’n tien procent respons. Een bijkomend probleem was dat met aan-huis-interviews vaak mensen met andere kenmerken worden bereikt dan bij internetwaarneming. Voor het correct corrigeren van deze gemiste respons kon het CBS terugvallen op ervaring met het gebruik van (tijdreeks)modelanalyse. Bruggink: ‘Uit enquêtes van voorgaande jaren was bekend hoe uiteenlopend internetrespondenten en aan-huis-respondenten op de vragen uit de Gezondheidsenquête hebben geantwoord. Die kennis is gebruikt om voor de periode zonder aan-huis-waarneming de uitkomsten te corrigeren. Dat is gedaan voor een achttal variabelen en bovendien op kwartaalbasis. Die kwartaalcijfers zijn vervolgens opgenomen in het weegmodel van 2020 en 2021. Ook andere variabelen dan de acht waarvoor de tijdreeksmodellen waren gemaakt profiteerden van de correctie. Het inzetten van (tijdreeks)modelanalyse was in dit geval mogelijk omdat het een relatief korte periode zonder aan-huis-waarneming betrof en er voldoende data uit het verleden beschikbaar waren.’
Extra vragen over impact van corona
Om de impact van corona beter te kunnen monitoren, zijn van augustus tot en met december 2020 vragen toegevoegd aan de Gezondheidsenquête. Aan mensen is gevraagd of zij corona hadden (gehad) en hoe ziek ze daarvan werden. Ook zijn vragen toegevoegd die duidelijk kunnen maken wat de impact is van corona op eenzaamheid, angst, somberheid en stress. En op het gedrag van mensen: op hun werksituatie, op hun leefstijl (bewegen, sporten, middelengebruik, voeding) en het gebruik van zorg. Deze vragen zijn afgestemd met de Gemeentelijke Geneeskundige Diensten (GGD’s) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), die zelf ook corona-onderzoek deden en met wie het CBS samenwerkte in de Gezondheidsmonitor. Op deze manier was het mogelijk voor de drie instituten om consistente informatie naar buiten te brengen. De Gezondheidsmonitor verschijnt om de vier jaar. Om sneller inzicht te krijgen in de mogelijke impact van corona op de gezondheid, de leefstijl en het ervaren welzijn is in 2022, twee jaar eerder dan gepland, een extra editie uitgebracht. Over de coronavragen die het CBS in de periode augustus-december 2020 heeft toegevoegd aan de Gezondheidsenquête kon al in 2021 worden gepubliceerd. De vragenlijst van 2021 is aangepast met vragen naar de vaccinatiebereidheid. Die vragen zijn er overigens al vrij snel weer uitgehaald omdat de vaccinatiecampagne toen al volop gaande was en er cijfers beschikbaar kwamen over de daadwerkelijke aantallen mensen die zich lieten vaccineren.
De wens om cijfers over gezondheid frequenter te publiceren is vooral geuit door externe partijen, zoals het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), het RIVM en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.