Gastessay: Gezocht: first-movers in de circulaire waardeketen
De huidige manier van omgaan met schaarse grondstoffen is simpelweg niet houdbaar en er ligt nu een kans voor ondernemers om voorop te lopen in de oplossing.
Tekst: Hannah Kuyvenhoven, Ricardo Uijen, Yoush van Vlimmeren
In een lineaire economie wordt de lijn van grondstof naar product naar afval gevolgd. Dit zorgt voor uitputting van essentiële grondstoffen (olie, metalen etc.) en milieuschade door de gebruikte grondstoffen en het geproduceerde afval. We gaan dankzij continue verbeteringen efficiënter om met productie en afval. Helaas is dit alleen minder slecht, niet structureel beter. We zouden meer gebruik moeten maken van circulariteit waarbij alle grondstoffen efficiënter worden ingezet. Hierbij is een levenscyclusanalyse noodzakelijk waarbij gekeken wordt naar de totale milieubelasting van grondstof en productie tot consumptie en afvalverwerking. De Europese Unie schat dat door een circulair systeem te ondersteunen er in 2030 17 tot 24 procent minder materiaal nodig is voor het huidige consumptiepatroon: economische en maatschappelijke winst gaan hand in hand.
De circulaire benadering geeft een beter beeld van de werkelijke waarde van grondstoffen en producten. Dat betekent dat bij het ontwerp van een product al nagedacht wordt over hoe alle onderdelen en afvalstromen (bijvoorbeeld mest, slachtafval en bietenpulp) kunnen worden hergebruikt zodat een gesloten systeem van grondstoffen ontstaat. Een gesloten systeem met slimmere inzet van mens en materiaal scheelt kosten en is beter voor het milieu. Bovendien levert het ook perspectief voor nieuwe industrieën.
Nederland is klaar voor een circulaire economie
Al in 2010 bezocht de Ellen McArthur Foundation (een kennisinstelling en voorloper op het gebied van de circulaire economie) Nederland om de potentie op dit gebied te beschrijven. Sindsdien is de potentie voor de transitie naar de circulaire economie in Nederland alleen maar gegroeid:
- de randvoorwaarden zijn aanwezig
- de overheid stimuleert het
- de eerste bedrijven zijn reeds actief
- de consument vraagt er om of gaat het zelf doen
De randvoorwaarden in Nederland zijn hiervoor uitstekend: veel kennis, goede chemische industrie voor het ontwerpen van sluitende grondstofkringlopen en relatief kleine afstanden wat grondstofkringlopen efficiënt kan houden (TNO, 2013). De Nederlandse overheid startte in 2014 met het ‘van afval naar grondstof’ programma. Doelstelling: meer duurzame producten, duurzamer consumeren en meer en beter recyclen.
De eerste bedrijven anticiperen op het einde van de houdbaarheidsdatum van het huidige lineaire groeimodel. Bekende voorbeelden van bedrijven die de circulaire economie in Nederland al toepassen zijn Duijvestijn tomaten, de vloerbedekkingen van Desso, Light as a Service van Philips en de geleasede spijkerbroeken van Mudjeans. Consumenten kiezen steeds vaker voor toegang, geen bezit, wat een karakteristiek verdienmodel voor de circulaire economie is. Door initiatieven als Peerby, de soep van de Voedselbank en Makkie’s wordt duidelijk dat de Nederlandse consument op zoek is naar nieuwe vormen van waarde-uitwisseling.
Nu investeren biedt kansen voor ondernemers
De circulaire economie is een verbonden economie, waarin de ‘first-movers’ een krachtige strategische positie in de nieuwe waardeketen in kunnen nemen. De kansen voor ondernemers komen voort uit:
- ervaring en kennisvoordelen
- samenwerking en een directe verbinding met de klant opbouwen
- kostenbesparingen
De first-movers van nu hebben daarom een kans om vanaf de initiatie invloed uit te oefenen op hoe het systeem, en hun rol daarin, er uit gaat zien. Kennis en ervaring zijn macht. Hoe groter de verandering hoe meer dit geldt. Voorlopende ondernemingen kunnen gebruik maken van de behoefte aan nieuwe kennis, andere mensen en nieuwe bedrijvigheid die ontstaat.
Circulariteit vergt een waardeketenbenadering; een vorm van samenwerking die geïnitieerd en onderhouden moet worden. Deze samenwerking kan niet enkel drijven op financiële contracten en belangen. Gedeelde waarden en visie zijn nodig om samen de praktische bezwaren van een systeemverandering te doorbreken (Aldersgate Group, 2012). Typerend voor de circulaire economie zijn de additionele kansen voor producenten om met de eindklant in contact te komen en te blijven. Omdat het fundament een gesloten grondstofkringloop is, ontstaat er een goederenstroom van consumenten naar producenten. Meer kennis van, en contact met klanten biedt meer mogelijkheden, zoals veel nieuwe business modellen in bijvoorbeeld de retail laten zien.
Door het hergebruik van grondstoffen kunnen de kosten van productie aanzienlijk worden verminderd. Dit is een effect dat zich op termijn manifesteert, maar daarmee meteen een moeilijk te kopiëren competitief voordeel geeft. De specifieke samenwerking met partners en klanten binnen de waardeketen geeft unieke mogelijkheden en zorgen voor kostenbesparingen voor de keten als geheel.
De eerste stap zetten
Sommige organisaties beginnen door met name een circulaire consument te zijn. Circulariteit is dan voornamelijk een inkoopvraagstuk. Dat betekent niet dat het geen essentiële stap is; er zijn zowel producenten als consumenten als kartrekker nodig. Zo heeft de consument een rol in het faciliteren van de benodigde retourstromen, maar ook als meedenkende, proactieve consument waar het eigen materiaalgebruik wordt bekeken en samen met leveranciers wordt gezocht naar oplossingen. Een voorbeeld van een circulaire consument is Alliander, die onder andere door haar inkoopbeleid de eerste circulaire netwerkbeheerder wil worden.
Voor productieomgevingen is de stap naar circulariteit omvangrijk. Het hart van de verandering zal voor die ondernemingen liggen in het product en het productieontwerp, in het verlengde hiervan moet de gehele keten, van klant tot leverancier, meegenomen worden in de verandering. Uiteraard zijn er dan praktische bezwaren te benoemen tegen een abrupte overgang naar een circulaire economie. Niet in de laatste plaats op financieel en concurrentievlak. Marktmacht blijft bestaan; zelf uitgaan van full-cost pricing van grondstoffen betekent niet dat de concurrentie of de gehele klantengroep hetzelfde doet. Op korte termijn is er daarom het risico dat een circulaire producent zichzelf uit de markt prijst. Een gezamenlijk geloof met ketenpartners in de lange termijn voordelen en noodzaak moet tegen dit deukje kunnen.
Circulariteit vergt dus een hoop denk- en wilskracht gevoed door positieve verwachtingen, maar ook door gedeelde set aan waarden. Het vergt doorzettingsvermogen, en er wordt toegewerkt naar een onzeker resultaat. Deze benadering geeft sterke aanknopingspunten voor zwaktes in de huidige verdien- en bedrijfsmodellen: internationale concurrentie neemt toe, er wordt gezocht naar methoden voor full-cost pricing en toenemende grondstofprijzen kunnen op termijn niet meer uit.
Ondernemers: aan de slag!
Een zorgvuldige omgang met grondstoffen is noodzakelijk gezien het groeiende afvalprobleem, de geopolitieke onrust, klimaatchaos en groei van de middenklasse. Maar als de noodzaak overduidelijk is, waarom hebben wij dan nog geen circulaire economie? De ingrediënten zijn voorhanden; de Nederlandse context is gunstig, de koplopers uit het bedrijfsleven maken er gebruik van en consumenten hebben een groeiende interesse in dergelijke initiatieven. Wat er nog mist is schaalgrootte; circulariteit vergt een systeemverandering waarin consumenten, bedrijven en instanties hun verantwoordelijkheid nemen. Het vergt ondernemerschap om hierin first-mover te zijn, maar degenen die dit durven zullen ook de eerste vruchten plukken omdat zij de context en voorwaarden zelf mogen scheppen.
Mede gebaseerd op interviews met de volgende experts: Leendert Bikker, Huub Dekkers, Henk Folkerts en Herman Journée.