Vier lessen uit Europa voor de adoptie van EV’s
Europa streeft collectief naar een duurzamere toekomst, maar de wegen naar duurzamere mobiliteit verschillen sterk per land. Amanda Rasch, Managing Director bij DKV Mobility Benelux, verkent de strategieën van vier Europese landen op het gebied van adoptie van elektrische voertuigen (EV’s) en welke lessen Nederland hieruit kan trekken.
1. Noorwegen: de EV-koploper
Noorwegen blijft een dominante speler in de EV-markt, zowel voor particulieren als bedrijven. In 2023 bestond 80 procent van de nieuwe autoverkopen uit EV’s, het hoogste adoptiepercentage in Europa. Dit succes is grotendeels te danken aan de sterke overheidsstimulansen. Zo zijn bedrijven die EV’s aanschaffen vrijgesteld van hoge invoerbelasting die van toepassing is op traditionele voertuigen. Dit verlaagt de aanschafkosten aanzienlijk, waardoor investeren in een elektrisch wagenpark aantrekkelijker en rendabeler wordt voor bedrijven. Daarnaast profiteren EV-rijders in Noorwegen van veel extra voordelen, zoals BTW-vrijstelling, toegang tot busbanen om files te vermijden, lagere tolkosten en op veel plekken gratis parkeren.
2. Frankrijk: sterke overheidssteun
Frankrijk ontwikkelt zicht tot een belangrijke speler in de zakelijke EV-markt en streeft ernaar om tegen 2040 de verkoop van nieuwe auto's die broeikasgassen uitstoten te verbieden. Voor bedrijven betekent dit dat investeringen in EV’s onvermijdelijk wordt. Het verbod dwingt bedrijven hun wagenparken te vernieuwen om te voldoen aan strengere normen. Hoewel dit in eerste instantie kosten met zich meebrengt, maken de ecobonus (die milieuvriendelijke keuzes aanmoedigt), subsidies en belastingvoordelen vanuit de overheid de transitie financieel aantrekkelijker. Dit stimuleert de adoptie van EV’s binnen bedrijven die hun wagenpark elektrificeren.
3. Duitsland: industriële kracht
Duitsland is de thuisbasis van verschillende grote autofabrikanten, zoals Volkswagen, BMW en Mercedes-Benz. Zij investeren fors in de ontwikkeling en de productie van EV’s. Daarnaast werkt de Duitse overheid nauw samen met autofabrikanten, energie- en technologiebedrijven om laadfaciliteiten toegankelijker te maken. Door de gezamenlijke inspanningen van de overheid en de industrie kunnen bedrijven profiteren van een verbeterde laadinfrastructuur, wat de operationele efficiëntie verhoogt en kostenbesparing oplevert.
4. Zweden: innovatieve infrastructuur
Zweden onderscheidt zich met een sterk adoptiepercentage en een innovatieve infrastructuur. Een voorbeeld hiervan is de pilot met ’s werelds eerste permanente elektrische weg, ook wel bekend als een ‘e-road’. Deze technologie maakt het voor EV’s mogelijk om op te laden terwijl ze rijden, waardoor lange oplaadstops overbodig worden en de operationele efficiëntie toeneemt. Hoewel de pilot momenteel gericht is op vrachtwagens, zijn dergelijke technologieën ook toepasbaar op andere soorten EV’s in de toekomst. Dit innovatieve project, dat naar verwachting in 2025 voltooid wordt, is een baanbrekende ontwikkeling die de markt voor EV’s in Zweden verder zal versterken.
Hoewel Nederland aanvankelijk grote vooruitgang heeft geboekt in het promoten van EV’s, zien we nu dat de animo wat afneemt. Er is echter een kans om deze interesse te herstellen door te leren van de successen van andere Europese landen. Nederland kan de groei van EV-adoptie nieuw leven inblazen door een allesomvattende strategie te implementeren. Deze strategie moet zich richten op structurele beleidsvoering, een robuuste laadinfrastructuur, publiek-private samenwerkingen en innovatieve laadoplossingen om vraagstukken op het gebied van netcongestie te ondervangen. Op deze manier kan Nederland niet alleen de interesse onder ondernemers hernieuwen, maar ook zijn positie als koploper in duurzame mobiliteit versterken.