Mkb-bedrijven laten duurzaamheid links liggen
Het is altijd een hot topic, maar slechts een derde van de Nederlandse mkb-bedrijven is daadwerkelijk bereid de bedrijfsprocessen aan te passen om duurzaamheid te bevorderen.
Het international business report (IBR 2011) van Grant Thornton, een jaarlijkse rapportage waarin de zienswijzen van 11.000 bedrijven uit 39 landen wordt toegelicht, geeft aan dat maar 36 procent van de Nederlandse mkb-bedrijven bereid is de bedrijfsprocessen aan te passen.
In 2010 gaf een meerderheid van 55 procent nog aan geen moeite te hebben met duurzame oplossingen, zelfs wanneer deze een negatief effect op het bedrijfsresultaat zouden hebben. Dit bleken uiteindelijk loze beloften, want deze bereidheid is in de laatste twaalf maanden sterk gedaald.
Multinationals uit Nederland, zoals Air France-KLM en Philips, behoren echter al jaren tot een van de meest duurzame ondernemingen ter wereld. Ze zijn zich een stuk bewuster van hun imago en reputatie. 'Dat is niet zo vreemd, ze worden kritisch en aandachtig gevolgd door stakeholders uit vele landen', geeft Bert van 't Veer, partner bij Grant Thornton, aan.
De recente economische crisis zorgt ervoor dat bedrijven terughoudend zijn ten opzichte van duurzame oplossingen. Het besef leeft echter wel dat duurzaamheid in de toekomst profijt kan opleveren. Deze werkwijze kan namelijk voor contracten zorgen met multinationals die hun leveranciers selecteren op basis van strikte richtlijnen. 'Ondernemingen die dat kunnen, zitten straks in poleposition', stelt Van 't Veer. Het is dus nog steeds verstandig om te investeren in duurzaamheid.
Uit de rapportage blijkt ook dat opkomende economieën, zoals Afrika, zich meer bekommeren om het terugdringen van de eigen negatieve impact op het milieu dan de gevestigde economieën zoals de EU en Noord-Amerika. Dit heeft vooral te maken met de verschillen in industrieën, zegt Van 't Veer. 'Bij opkomende landen gaat het meer dan in Europa of Amerika om bijvoorbeeld zware industrie en textielproductie. De milieu-impact daarvan is uiteraard anders dan die van de in ons land dominante dienstensector.'