Rood staan blijft duur
Hoewel commerciële banken goedkoop kunnen lenen van centrale banken berekenen ze dit voordeel niet door aan hun klanten. Rood staan blijft een dure grap.
Rood staan duur ondanks lage rente
Rood staan blijft een dure grap. Want al hebben we te maken met een zeer lage geldmarktrente en kunnen banken goedkoop geld lenen, dit voordeel rekenen ze niet door naar klanten die rood staan. Dit concludeert het Financiele Dagblad na een rondgang langs de banken.
Banken kunnen weer goedkoper lenen
De kosten om in de min te staan zijn volgens de krant de afgelopen drie jaar nagenoeg gelijk gebleven. Afhankelijk van hun kredietlimiet en het leenproduct betekent dit dat klanten die rood staan daarvoor tussen de 9 en 14 procent rente moeten ophoesten. Commerciële banken betalen minder over hun leningen aan de centrale banken doordat deze laatsten de tarieven voor kortlopende leningen sterk verlaagd hebben om de economie maar te stimuleren. Al met al is het voor commerciële banken goedkoper om kapitaal aan te trekken dan voor de crisis.
Maar doen dat niet aan hun klanten
Waarom dan toch die terughoudendheid om dat rentevoordeel aan de klant door te berekenen? Omdat marktrente volgens de banken niet de enige factor is die de tarieven voor het roodstaan bepaalt. Zo noemt ING de operationele kosten als een extra reden, terwijl SNS het een kwestie van risicomanagement noemt. Volgens de bank is het risicovol om geld uit te lenen aan klanten die hun saldo overschrijden, en dat de bank daarvoor voorzieningen moet nemen.
Ten slotte zouden de commerciële banken proberen klanten beter tegen zichzelf te beschermen door roodstaan niet goedkoper te maken en kredietlimieten te beperken. ABN Amro noemt het zelfs een branchebrede ontwikkeling om roodstanden te reduceren tot eenmaal het nettomaandsalaris.