Zorgen om bouwsector door tekorten en prijsstijgingen
Meer dan de helft van de bedrijven in de sectoren bouw, bouwmaterialen en de machine-industrie kampt met achterstallige betalingen. Hoewel dit niet veel anders is dan vorig jaar en er zelfs sprake is van een lichte daling, is het aantal afschrijvingen wel toegenomen. Zo moest in 2021 13 procent van de totale waarde van uitstaande rekeningen worden afgeboekt, ten opzichte van 10 procent in 2020. Dat blijkt uit de Betalingsbarometer van kredietverzekeraar Atradius, die de betalingsmoraal in de sectoren bouw, bouwmaterialen en de machine-industrie heeft onderzocht. De huidige ontwikkelingen omtrent milieu, grondstof- en energieprijzen stellen met name de bouw voor een aantal verdere problemen.
Na de economische teruggang als gevolg van de coronacrisis, heeft de Nederlandse economie de weg naar groei weer gevonden. Zo veerde het bbp terug naar het niveau van vóór de crisis en nam de economische activiteit vooral in de tweede helft van 2021 toe. In de nasleep van de crisis kregen veel bedrijven echter óók te maken met achterstallige betalingen. Het enorme verlies aan inkomsten die dit tot gevolg heeft, heeft een grote impact op de liquiditeitspositie. “Uit ons onderzoek blijkt dat de sectoren bouw, bouwmaterialen en de machine-industrie te maken hebben met een stijging van het aantal afschrijvingen. De betalingsachterstanden en grote verliezen die hiervan het gevolg zijn, zorgen ervoor dat de behoefte aan risicobescherming sterk is toegenomen”, vertelt Edwin Kuhlman, hoofd Acceptatie van Atradius.
Naast een slechte betalingsmoraal kampen met name de sectoren bouw en bouwmaterialen met een aantal andere grote uitdagingen. Door de PFAS- en stikstofproblematiek zijn projecten uitgesteld. Waar projecten wel doorgang vinden, is er een tekort aan materialen als metaal, staal, hout en cement. Daarnaast zijn grondstoffen enorm in prijs gestegen, net als de kosten voor gas, energie en transport. “Deze prijsstijgingen kunnen enorme gevolgen hebben”, vervolgt Kuhlman. “Wij zijn met name bezorgd over de op projecten gerelateerde bouw. Bouwprojecten die eerder dit jaar tegen de toen geldende prijzen zijn gecalculeerd, kunnen nu zomaar 20 tot 30 procent duurder uitvallen. Als een bedrijf de gestegen prijzen niet aan zijn opdrachtgever kan doorberekenen, kan het flink in de problemen komen.”
Liquiditeitspositie in bouw steeds meer onder druk
Hoewel de Nederlandse bouwsector niet zo hard is getroffen als in andere Europese landen, kreeg 51 procent van de bedrijven te maken met achterstallige betalingen. De helft meldt een sterke toename (+19 procent) van de tijd en middelen die besteed wordt aan het innen van onbetaalde facturen. Desondanks is gemiddeld 9 procent van de totale waarde van de facturen afgeschreven: een stijging van 50 procent ten opzichte van 2020. Tegelijkertijd is sprake van een aanzienlijke toename van het aantal bedrijven dat strenger toeziet op het controleren van de kredietwaardigheid van afnemers. Dat geldt voor 4 op de 10 bedrijven, ten opzichte van iets meer dan een kwart in 2019. Het totale beeld in de bouwsector is volgens Atradius ongunstig, met achterstallige betalingen die bijna de helft van de totale waarde van de facturen vertegenwoordigen en de eerder geschetste problemen. Veel bedrijven stellen hun eigen betalingen aan leveranciers uit om hun cashflow te stabiliseren. Toch zijn 8 op de 10 bouwbedrijven positief over de vooruitzichten voor volgend jaar, hoewel een derde tegelijkertijd aangeeft zich zorgen te maken over de effecten die de aanhoudende pandemie op de economie kan hebben.
Bouwmaterialen: flinke stijging wanbetalingen
Maar liefst 67 procent van de bedrijven die actief is in de sector bouwmaterialen is dit jaar geconfronteerd met te late of uitblijvende betalingen. Dit is een ruime verdriedubbeling ten opzichte van vorig jaar (21 procent). Bovendien is het aantal afschrijvingen (13 procent) ten opzichte van 2019 verdubbeld. Bijna de helft van de bedrijven steekt dan ook meer tijd en geld in het innen van achterstallige facturen, terwijl dit vorig jaar bij nog geen 1 op de 5 ondernemingen het geval was. Daarnaast zegt 44 procent op zoek te gaan naar externe financiering om hun bedrijf overeind te houden. In 2019 gold dit voor nog geen 3 op de 10 bedrijven. Daarnaast heeft 39 procent hun rekening-courantkrediet verlengd: een stijging van bijna 30 procent ten opzichte van 2019. Ondanks de stijging van de wanbetalingen overheerst ook in deze sector optimisme. Maar liefst 95 procent is positief over de vooruitzichten in 2022. Toch zijn er ook zorgen over de nasleep van de pandemie. Bijna de helft sluit niet uit dat dit negatieve gevolgen zal hebben voor de wereldeconomie, terwijl 48 procent zich zorgen maakt over de impact op de Nederlandse economie.
Machinebouw profiteert van verbeterd debiteurenbeheer
Bijna driekwart van de bedrijven in de machinebouw heeft het innen van achterstallige facturen geïntensiveerd; in 2018 was dit 48 procent. In tegenstelling tot bedrijven in de andere segmenten ziet de helft van de ondernemers dan ook geen significante verandering in de periode waarin facturen worden voldaan. Dat is een verbetering in vergelijking met 2019, toen dit slechts voor zo’n kwart van de bedrijven gold. De sector heeft wél moeite om de afschrijvingen binnen de perken te houden. Zo is dit jaar 14 procent van de totale waarde van facturen afgeschreven, ten opzichte van 11 procent vorig jaar. De gederfde inkomsten die tot gevolg heeft, kunnen een zwaar stempel drukken op de liquiditeitspositie van bedrijven. Mogelijk doen daarom maar liefst 4 op de 10 bedrijven een beroep op externe financiering, in vergelijking met 19 procent in 2019. Bijna 8 op de 10 bedrijven geven daarnaast aan dat ze afnemers kortingen bieden voor de vroegtijdige betaling van facturen. Zo vreest ruim de helft dat de DSO (de gemiddelde periode die facturen openstaan) in de komende tijd zal stijgen. Voor bijna 7 op de 10 de bedrijven is de aanhoudende pandemie de grootste bron van zorg, zowel voor de wereldwijde als voor de Nederlandse economie.