Dijkhoff reikt buitenlandse starters de hand

Het aloude gezegde luidt dat je het ijzer moet smeden wanneer het heet is. Nu de economie steeds meer op stoom lijkt te komen en buitenlandse bedrijven ons bedrijfs- en handelsklimaat voorzichtig aan steeds vaker aftasten, is het aan de overheid om kleine en grote vissen op te hengelen. Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Klaas Dijkhoff heeft het in de smiezen en kwam vandaag naar buiten met de plannen om ambitieuze en innovatieve ondernemers van over de grens meer tijd te geven om in ons land een bedrijf op te zetten en het uit te laten groeien tot een succesverhaal, zo meldt het ANP.

Successen in de polder

Prachtige ambitie, maar hoe gaat Dijkhoff dat invullen? Wat zijn de handvatten waarmee internationale ondernemers meer en sneller kans maken op successen in de polder? Een opstartregeling moet de starters verder helpen op de Nederlandse markt.

Wanneer de internationale ondernemers een eerste traject naar alle tevredenheid hebben doorlopen, kunnen ze een verblijfsvergunning voor zelfstandigen krijgen. Is die vergunning er, dan heeft men nu nog één jaar de gelegenheid om het idee tot wasdom te laten komen in een gesmeerd lopende onderneming.

In een putje

Voor de meeste buitenlandse ondernemers is dat ene jaar veel te kort om aan de eerste voorwaarden te voldoen. Te vaak lopen – voor ons land – zeer interessante starters tegen de lamp en ziet men de Hollandse Droom smelten als sneeuw voor de zon. Tonnen aan euro's, veelbelovende initiatieven en vruchtbare samenwerkingen worden zodoende in een putje gegooid.

Het plan van Dijkhoff biedt niet-Nederlandse zelfstandigen een veel langere periode om de eerste zaken goed op orde te krijgen bij het opstarten van een bedrijf in ons land. De staatsecretaris houdt het niet alleen bij woorden. De wijziging gaat 1 januari aanstaande al in.

Tot eind november zijn er dit jaar ruim 25 verblijfsvergunningen aan internationale starters afgegeven. Het ging hier vooral om Amerikaanse, Russische en Canadese ondernemers.