Fintech als wereldwijde banenmotor
De fintech-sector heeft lange tijd gehoopt en geloofd dat zelfstandig ondernemerschap en microfinanciering de oplossingen waren om deze armoede op te heffen.
In de praktijk blijkt dat niet zo te zijn. Het merendeel van de armen is beter af met een baan in plaats van opgedrongen ondernemerschap door een gebrek aan alternatieven. Die banen zijn er nog niet. Wereldwijd moeten er circa 1,1 miljard banen voor de allerarmsten gecreëerd worden, 300 miljoen door het grootbedrijf en 800 miljoen door het MKB.
Dit vereist een toename van het aantal MKB bedrijven in ontwikkelingslanden met 34% van de 400 miljoen nu naar 537 miljoen. De helft van de groei is nodig in Azië, gevolgd door Afrika, schrijft het Economisch Bureau van ING.
Groei van 80 procent kredietverlening aan MKB nodig
Beperkte toegang tot krediet is het grootste obstakel voor MKB bedrijven in ontwikkelingslanden om te groeien en banen te creëren. De kredietverlening moet met 80 procent groeien om de benodigde banen te kunnen creëren.
De huidige financiële infrastructuur is gebaseerd op fysieke kantoren en relatiemanagers. Dit werkt alleen goed in steden maar is te duur voor dunner bevolkte gebieden. Om dit te doorbreken biedt fintech een kansrijke oplossing.
Fintech vergroot de klantkennis
Fintech is erop gericht om het MKB gemakkelijk en snel bancaire diensten te verlenen. Altijd en overal. Met vingerafdrukken en irisscans kunnen financiers betrouwbaarder de identiteit van de ondernemer vaststellen. Vooral noodzaak in landen waar registers en adressen veelal ontbreken en miljoenen mensen dezelfde achternaam hebben.
Met psychologische testen of het analyseren van data op de mobiele telefoon van de ondernemer, kan de financier sneller een beeld van de kredietwaardigheid krijgen.