Het kleine MKB: het kind van de rekening

Het kleine MKB: het kind van de rekening

Redactie Baaz

Het gaat goed met Nederland, met de BV Nederland. In deze tijd laat de ‘VVD-premier voor alle Nederlanders’ geen moment onbenut ons deze kletspraat in te prenten. Hieronder een kort ethisch economisch onderzoekje naar het waarheidsgehalte van dit soort uitspraken, wat mij als MKB'er altijd vreselijk stoort.

Het aantal bedrijven was in 1996 600.000. Nu (peil 2015) 1.400.000. Dat lijkt inderdaad een geweldige positieve ontwikkeling. Deze toename is echter het gevolg van het verschijnsel ZZP’er. En ZZP'ers zijn vaak wegbezuinigde werknemers die met een UWV-rugzakje mogen gaan ‘ondernemen’. Dus zo positief is deze groei niet. Het grootbedrijf (meer dan 250 werkzame personen) bedraagt maar 0,2 procent van het totale aantal bedrijven. 96 procent van alle bedrijven heeft maximaal 9 werknemers. En van die 96 procent bestaat weer driekwart uit eenmansbedrijven/ZZP’ers. Deze categorie vind je vooral in de retail, horeca, zakelijke dienstverlening en de agrarische sector.

Het MKB wordt vaak als de motor van de economie gezien. Dat is zeer betrekkelijk. Het grootbedrijf (dus maar 0,2 procent van de totale bedrijfspopulatie) genereert 40 procent toegevoegde waarde. Evenveel als het kleinbedrijf. De arbeidsproductiviteit in het kleinbedrijf bedraagt slechts €57.000 tegenover het grootbedrijf € 103.000. Het MKB is dus meer een werkgelegenheidsproject - een banenmotor - dan een motor van de economie. Of het MKB met haar positie in de economie nou zo blij moet zijn wil ik graag eens met u bespreken.

Vergrijzing

Het is bekend dat Nederland vergrijst en dus ook de Nederlandse ondernemer. Het aandeel oudere ondernemers zal in 2025 gestegen zijn tot 22 procent. 21 procent (2015) van de ondernemers heeft de leeftijd 55-65 jaar. Dit aantal zal de komende jaren nog sterk toenemen. Vanaf 2025 zijn er meer oudere dan jongere ondernemers.

Onze hoogopgeleide kinderen nemen de winkel van pappa en mamma, waar je 60 of meer uren in moet werken, niet meer over. De komende jaren laten dan ook een sterke stijging zien van bedrijfsoverdrachten of, erger, sluitingen. De economische crisis heeft deze ondernemers hun financiële reserves gekost; hun pensioenen zitten in onverkoopbaar onroerend goed. Behalve het overschot aan winkelruimte is een pand soms onverkoopbaar omdat het bestemmingsplan geen andere invulling toestaat. Bedrijfsoverdrachten zou je nog, afhankelijk van de overnamesom, positief kunnen duiden. Jongere ondernemers kunnen een flexibele beweging in gang zetten. Maar sluitingen?

Tot aan de lippen

Kan het MKB de toekomst aan? Het door het ING Economisch Bureau ontwikkelde model (gebaseerd op drie pijlers: strategie, financiële positie en flexibiliteit) tracht dat duidelijk te maken. In het model wordt het MKB in drie groepen verdeeld: een kopgroep, middenmoot en achterhoede. De uitkomst is dramatisch. 40 procent van alle Nederlandse bedrijven behoort tot de achterhoede. En 40 procent van het MKB valt in deze categorie. 

40 procent! Da’s bijna de helft! De economische crisis en de snel veranderende markt dwingt deze ondernemers tot slechts een overleefstrategie. De financiële positie is matig tot slecht. Het water staat ze vaak tot aan de lippen. Strategische plannen zijn er niet. Evenmin als elan, innovatie. Het is gewoon overleven.

Over het algemeen is het MKB gefocust op en afhankelijk van de binnenlandse markt. Dit geldt natuurlijk in het bijzonder voor retail, horeca, bouw en zakelijke dienstverlening. Veel internationale handel is er niet in die sector. Maar ook hier bepalen ‘gamechangers’ het spel: De globalisering, onder andere door internet en webshops, doet zich ook gelden in onze winkelstraten. De door Rutte bejubelde economische groei wordt voornamelijk door de export gegenereerd. Dus door het genoemde 0,2 procent grootbedrijf (multinationals). 

Voorbeeld voor het MKB 

Een heikel punt voor de MKB'ers is altijd het personeelsbeleid. Je werkt vaak al jaren met dezelfde medewerkers. Ze kennen jou en jouw bedrijf soms beter dan jezelf. Helaas, een personeelsbestand van 75 procent met een vaste aanstelling maakt je bedrijf inflexibel (leeftijd, permanente bijscholing, doorbetalen bij ziekte). Kan dat veranderen, hoe pijnlijk dat ook is? Kijk naar de grote ondernemers, die laten hun personeelsbestand fluctueren met de economie. De ene ontslagronde na de andere. Al die gebouwen en machines van de balans. Weg ermee! Is dat een voorbeeld voor het MKB? Je moet wel. Het is erop of eronder. Nu veranderingen elkaar zo snel opvolgen moet je als ondernemer wel flexibel zijn. Zorg er voor dat je een bedrijfsplan hebt, zodat je weet welke kant je uit wilt en pas dat plan onmiddellijk aan als de omstandigheden veranderen: flexibel personeelsbestand, bedrijfsruimte huren in plaats van kopen; vaste activa als machines, computers en transportmiddelen (energiezuinige auto’s) leasen; duurzame productie, energiebesparing, et cetera.

De ethische kant

Wat is nu de ethische kant van dit verhaal? In de eerste plaats: economie is amoreel. Daar kunnen we niet omheen. Maar wat we wel kunnen is het bepalen van onze eigen positie daarin. Veranderingen tijdig onderkennen, bij de les blijven, zodat reorganisaties niet in één klap rucksichtslos moeten worden doorgevoerd, maar in overleg met, en met het oog voor, de betrokkenen, in kleine stapjes. Dat besef moet van beide kanten komen. Misschien wil de oudere werknemer die al 20, 25 jaar in dienst is wel een dag, of twee dagen, minder werken. Leg het voor en bespreek wat voor beiden mogelijk is. Misschien krijg je in de huidige markt niet de hoofdprijs voor je winkelpand. Als je wilt terug huren is de huurprijs ook minder hoog. De beste investering is nog altijd: gemeende aandacht besteden aan trouwe klanten in plaats van alle focus op nieuwe klanten te leggen.

Niemand kan van jou als ondernemer een sociaal beleid verwachten waardoor je zelf onderuit gaat. Maar wel een beleid waarbij rekening gehouden wordt met alle stakeholders in alle economische omstandigheden, gunstige of ongunstige. Dat is ethisch beleid waarvoor je je niet hoef te schamen. Als ondernemer kun je fier recht op blijven lopen. Ook in deze moeilijke tijden. De werkelijkheid onder ogen durven zien en daar naar eer en geweten mee dealen, dat is moeilijker (maar ook ethischer) dan de goedkope kletspraatjes van Rutte.

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie