Ondernemen onder de Wet werk en zekerheid: verschil maken tussen groot en klein
Te duur
Een werkgever moet sinds 1 juli, als hij om welke reden dan ook afscheid moet nemen van de werknemer, in bijna alle ontslagsituaties de werknemer een transitievergoeding meegeven. Tijdelijke krachten die korter dan twee jaar in dienst zijn, daar gelaten. Zij hebben geen recht op een transitievergoeding. Gevolg daarvan is dat werkgevers proberen de transitievergoeding te vermijden, soms zelfs als ze zeer tevreden zijn over de tijdelijke arbeidskracht. Zij bieden minder snel een vast contract aan, omdat het simpelweg te duur is om ze in dienst te houden.
Nog meer belasten
Onder de Wet werk en zekerheid is de werkgever verplicht om aan de werknemer die, na 104 weken arbeidsongeschiktheid, wordt ontslagen een transitievergoeding te betalen. Dit is nieuw en leidt voor werkgevers tot extra ontslagkosten. Voorheen kon de werkgever voor een werknemer die 104 weken arbeidsongeschikt was toestemming vragen aan het UWV om de arbeidsovereenkomst te mogen opzeggen. Die toestemming werd bijna altijd verleend, waarna de werkgever de arbeidsovereenkomst zonder bijkomende kosten, dus zonder te betalen ontslagvergoedingen, kon opzeggen.
Elk bedrijf gelijk
Kijk, ik vind het goed dat we begaan zijn met het welzijn van (zieke) werknemers. Sociaal zijn is belangrijk. Je moet goed voor je werknemers zorgen. De vraag is alleen: Moet je iedere werkgever, groot of klein, even zwaar belasten? Een zieke werknemer kost een werkgever veel geld. Naast de buitengewoon lange periode van loondoorbetaling tijdens ziekte heeft de werkgever ook de verplichting om de zieke werknemer te re-integreren. Dit re-integratietraject brengt voor de werkgever veel kosten met zich mee. Denk aan de kosten voor het inschakelen van een re-integratiebureau, het laten opstellen van een arbeidsdeskundig onderzoek, werkplekonderzoeken en dergelijke. Voor een kleine onderneming drukt die last zwaarder dan op een grote onderneming.
Onderscheid maken
De arbeidsrechtelijke regels gelden voor iedere werkgever. Of dit nu de bakker op de hoek is of Philips. Dat maakt geen verschil. En dat maakt dat het voor een kleine mkbonderneming vaak onevenredig duur is om personeel in dienst te hebben. Rijst de vraag of we geen uitzonderingen moeten maken voor kleinere bedrijven. Dat doen ze in Duitsland namelijk ook. Daar gelden verschillende regels voor kleinere en grotere bedrijven. Dit wordt ook wel verdund sociaal recht genoemd. Dus nog altijd sociaal, maar met oog voor de omvang van de onderneming. Ik ben dan ook verheugd dat het kabinet inmiddels aankondigde met een regeling te komen. Het voorstel is om bedrijven met maximaal tien werknemers tegemoet te komen en de verplichting van loondoorbetaling bij ziekte te beperken tot een jaar. Ik blijf het op de voet volgen.