Fintech versus banken: samenwerken is overleven

Fintech versus banken: samenwerken is overleven

Redactie Baaz
Disruptieve diensten als Uber en Airbnb nemen het op tegen de gevestigde orde en publiceren jaarverslagen die weglezen als spannende jongensboeken. Ze schudden de markt op en zorgen regelmatig voor paniek bij de gevestigde namen in hun sector. Je zou verwachten dat het ook in de bankenwereld zo gaat, waar met name fintech-bedrijven het als Davids tegen de Goliaths opnemen. Toch bestaat hier een groot verschil: de fintech-start-ups werken juist in toenemende mate samen met banken.

Het is een strategie die voor beide partijen essentieel is om te overleven in de 21e eeuw. Niet voor niets bleek in het World Retail Banking Report 2016 van Capgemini dat maar liefst 96 procent van de bankiers meent dat de branche zich ontwikkelt naar een ecosysteem van digitaal bankieren. Goed nieuws, mijns inziens. Toch zijn we er nog lang niet.

Er bestaan nog grote verschillen tussen banken en de jonge fintech-bedrijven. Natuurlijk, elke bank heeft inmiddels een website waar je zaken online kunt regelen. En ja, bij nagenoeg elke bank kun je onlinebankieren via een mobiele app. Maar als je kijkt naar wat consumenten écht online kunnen doen bij een bank, blijven de opties beperkt. Betalen via apps bijvoorbeeld, of een smartphone gebruiken als pinpas. Je zou verwachten dat dit al lang moet kunnen.

Kennis en technologie

Waar komt het nu door dat die banken dit niet voor elkaar krijgen? Deels ontbreekt het bij banken aan de juiste kennis en technologie om met de laatste innovaties mee te gaan. Van de voor het eerdergenoemde onderzoek ondervraagde bankiers gaf slechts dertien procent aan de juiste technologie in huis te hebben om mee te kunnen in de ontwikkelingen van digitaal bankieren. Banken hebben vaak te maken met achterlopende legacy-systemen. Daarnaast zorgt de omvang van de organisatie ervoor dat de flexibiliteit ontbreekt om over te stappen naar nieuwere technologie.

Daar komt nog eens bij dat banken gebonden zijn aan strenge voorwaarden en regelgeving. Elke innovatie of ontwikkeling moet door verschillende partijen worden getest en goedgekeurd, en dat maakt het lastig om snel te reageren op een snel veranderende markt. Banken hebben simpel gezegd dus niet altijd de tijd en middelen om te innoveren en te voldoen aan de steeds veranderende verwachtingen van de klant.

Waarom het wiel opnieuw uitvinden?

In tegenstelling tot banken beschikken fintech-bedrijven wél over de benodigde wendbaarheid om te blijven innoveren. Doordat ze kleiner en dus flexibeler zijn. Maar ook doordat ze technologie maar één keer hoeven te laten goedkeuren.

Banken zijn zich wel bewust dat ze zaken moeten veranderen. In Nederland zie je dat ze C-level executives aanstellen, die niet uit de banksector, maar uit de telecomsector komen. Of CIO’s die hun IT-afdeling laten integreren met de rest van het bedrijf. Ze stellen teams samen uit medewerkers van verschillende afdelingen, die samen kijken naar waar de klant behoefte aan heeft – en hoe technologie daarbij kan helpen.

Toch hebben banken ook voordelen ten opzichte van fintech-bedrijven. Dat zit hem met name in vertrouwen, waardoor consumenten niet zo snel zullen vertrekken bij een bank. Fintech moet daar nog hard aan werken. Mensen raken wel steeds meer gewend aan het idee van nieuwe fintech-labels, in Berlijn gaat men zelfs al richting fintech voor vermogensbeheer.

Samen

Door de innovatiekracht van fintech te combineren met de bestaande relaties en financiële infrastructuur van banken, ontstaat volgens mij een enorm sterke samenwerking. Een samenwerking die ervoor kan zorgen dat consumenten innovatieve oplossingen gaan gebruiken. En een samenwerking waarvan bovendien iedereen profiteert – van bank tot en met fintech-onderneming en klant.

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie