Werkgever moet meer flexibiliteit bieden

Werkgever moet meer flexibiliteit bieden

Redactie Baaz

Nederlandse bedrijven en organisaties bieden hun medewerkers steeds vaker goede faciliteiten voor een nieuwe manier van werken. En de flexibiliteit?

Tegelijk voelen medewerkers zich nog niet vrij om flexibel te werken. De organisatiecultuur houdt ze op kantoor en spelregels voor andere manieren van werken zijn vaak niet vastgelegd in het organisatiebeleid.
 
Bovenstaande blijkt uit een onderzoek onder Nederlandse kantoorwerkers dat technologiebedrijf Ricoh heeft gepresenteerd: 'Anders werken: wat vindt werkend Nederland?'. 

Race for talent

Mark Boelhouwer, CEO Ricoh Nederland: 'Andere manieren van werken zijn snel nodig en belangrijk voor Nederland. Met de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt zoals flexibilisering en de ‘race for talent’ is het essentieel om te voorzien in optimale faciliteiten én een cultuur van anders werken om vernieuwend, concurrerend en aantrekkelijk als werkgever te blijven.'
 
Nederlandse medewerkers zijn te spreken over de technologie en faciliteiten waarover zij van hun werkgever kunnen beschikken: 40 procent van de respondenten is zelfs zeer tevreden dankzij een laptop en smartphone van het bedrijf en de beschikbaarheid van webmail. 

Positieve cultuur en flexibiliteit

Maar waar de faciliteiten en apparatuur om flexibel te kunnen werken aanwezig zijn, worden de mogelijkheden hiervan nog onvoldoende benut. Slechts 20 procent van de Nederlandse medewerkers ervaart een positieve cultuur en een stimulans van zijn werkgever om ook echt op een andere – niet traditionele – manier te werken. Het daadwerkelijk vastleggen van de spelregels voor een andere manier van werken in beleid, wordt volgens de respondenten nog minder gedaan: in slechts 11 procent van de organisaties. 

Buiten kantoor is thuis of bij de klant

Veel Nederlandse werknemers (35 procent) voelen zich door de bedrijfscultuur en sociale controle op het werk niet vrij om zomaar elders te werken. 25 procent geeft zelfs aan dat dit niet wordt toegestaan door hun leidinggevende.
 
Wanneer wel buiten de kantoormuren wordt gewerkt, gebeurt dit in de meeste gevallen thuis (58,2 procent) of bij de klant (19,4 procent). Nederlanders zien het kantoor nog steeds in belangrijke mate als een werkplek (49,3 procent) en in mindere mate als ontmoetingsplek (11,3 procent). 

Aantrekkelijk voor nieuwe generatie

Boelhouwer: 'Dit zal in de nabije toekomst drastisch veranderen. In de diverse trendonderzoeken die we doen, zien we dat het kantoor in toenemende mate een plek wordt om de juiste mensen te ontmoeten en samen te werken. Werken gebeurt in toenemende mate op andere plaatsen. Om het maximale uit medewerkers te halen, zullen organisaties daarom niet alleen technologische middelen moeten faciliteren, maar ook snel een cultuur van andere manieren van werken moeten stimuleren. Ook om aantrekkelijk te blijven voor een nieuwe generatie medewerkers. Uit ons onderzoek uit 2015 onder vier generaties op de werkvloer bleek al dat 73 procent van jongeren verwacht dat werkgevers tegemoetkomen aan hun behoeften op gebied van werk. Zij willen op andere manieren werken, bijvoorbeeld meer in de cloud, plaats- en tijdonafhankelijk. Tegelijk vind ik ook dat werknemers zelf tot op zekere hoogte een andere manier van werken kunnen afdwingen.' 

Werken op vakantie

De balans of scheiding tussen werk en privé is er nu vaak niet. Hoewel privé en werk steeds meer door elkaar lopen voelen kantoorwerkers zich nog niet vrij om privézaken te regelen onder werktijd. Zo durft slechts 30 procent van de medewerkers onder werktijd even koffie te drinken met een vriend die in de buurt is.
 
Tegelijkertijd is het steeds normaler dat medewerkers werken in hun eigen tijd. Zo neemt ruim de helft (56 procent) van de medewerkers zijn of haar werk in enige mate mee op vakantie en is bijna 70 procent op vakantie bereikbaar voor collega’s. Maar liefst 27 procent neemt zelfs de laptop mee op vakantie.
 
 

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie