Ondernemersvertrouwen MKB stabiel
Het ondernemersvertrouwen in de bouw is het grootst, ondernemers in de horeca zien het minder positief in.
Hoewel het veel ondernemers dankzij een aantrekkende economie weer voor de wind gaat, zijn velen nog bezig met het versterken van hun financiële positie, zo blijkt uit de ING OndernemersIndex. Deze staat in het derde kwartaal van 2016 op 113 punten. Hiermee is het ondernemersvertrouwen in het MKB sinds begin 2015 vrij stabiel.
Onlangs pleitte de Nederlandsche Bank voor extra loonsverhoging, omdat de loongroei de afgelopen jaren achter is gebleven bij de winst-groei van bedrijven. Een kwart van de ondernemers geeft aan over voldoende financiële ruimte te beschikken voor een extra loonsverhoging.
Middelgrote ondernemers (50 tot 250 werknemers) zijn positiever over het ondernemersklimaat dan kleinere ondernemers (<50 werknemers) en zzp’ers. Dit komt met name doordat middelgrote ondernemers veelal internationaal actief zijn en daardoor de risico’s beter kunnen spreiden. In de afgelopen jaren bleef de omzet op peil dankzij een aantrekkende buitenlandse markt, terwijl de binnenlandse markt het zwaar te verduren had. Nu is dat omgekeerd.
Ondernemersvertrouwen jongeren groter
Ondernemers jonger dan 35 jaar hebben fors meer vertrouwen in het ondernemersklimaat dan de andere leeftijdscategorieën. Onder jongere ondernemers zitten relatief veel starters die nog voldoende groeipotentieel zien. Ondernemers vanaf 51 jaar zijn dan wel minder positief, het vertrouwen vertoont wel een stabieler verloop. Door hun ervaring laten zij zich niet snel uit het veld slaan. Bovendien hebben ze in de loop der jaren een solide financiële basis opgebouwd. Daarentegen is deze leeftijdscategorie wel behoudender over de groei-mogelijkheden.
Meeste vertrouwen in bouw en detailhandel food
Op sectorniveau is het ondernemersvertrouwen in het derde kwartaal het hoogst in de bouw en detailhandel food. In de bouw zijn de orderportefeuilles dankzij de economische groei en een lage rente goed gevuld.
De detailhandel profiteert dit jaar van hogere beste-dingen. Evenals in de food is het vertrouwen in de detailhandel non-food dit kwartaal dan ook verbeterd. Het vertrouwen in de non-food blijft echter laag ten opzichte van andere sectoren doordat de sector kampt met online concurrentie en veranderend consumenten-gedrag. In de horeca is het ondernemersvertrouwen in het derde kwartaal gedaald. Ten opzichte van de detailhandel is de horeca gevoeliger voor internationale onzekerheden.
Brexit voor meeste ondernemers geen bedreiging
Eén op de tien ondervraagde mkb-ondernemers ziet de Brexit—de uittreding van Groot-Brittannië uit de EU—als een bedreiging voor het bedrijf. Dit betreft met name middelgrote ondernemers die actief zijn in internationale sectoren als industrie, groothandel en de agrarische sector.
Twee derde van de ondernemers ziet in de Brexit geen bedreiging of stelt dat het voor hen niet van toepassing is. Dit geldt vooral voor zzp’ers. Veel éénpitters zijn hoofdzakelijk actief op de binnenlandse markt. Zij verwachten van de Brexit dan ook niet direct nadelige gevolgen.
Ruimte voor extra loonsverhoging
Eerder dit jaar pleitte de Nederlandsche Bank voor een extra loonsverhoging omdat de lo-nen de afgelopen jaren minder snel zijn gestegen ten opzichte van de winsten die door bedrijven zijn gemaakt. Hogere lonen kunnen de economie een impuls geven.
Een kwart van de ondernemers in het mkb geeft aan voldoende financiële ruimte te hebben voor een extra loonsverhoging. Op sectorniveau zijn er echter grote verschillen. Zo heeft bijna de helft van de ondernemers in de industrie ruimte voor een extra loonsverhoging.
Daarentegen beschikken met name ondernemers die actief zijn op de binnenlandse markt, zoals bouw, horeca, zorg en detailhandel, over onvoldoende financiële ruimte voor een extra loonsverhoging. Deze bedrijven zijn hard geraakt door de economische crisis en nog druk bezig met het versterken van hun financiële positie.