Hoe ziet een wereld vol kunstmatige intelligentie er uit?
Kunstmatige intelligentie staat in de kinderschoenen. Recente doorbraken maken dat software niet langer wordt geschreven, maar door middel van testen wordt opgevoed.
Geïnspireerd door het menselijke brein leren kunstmatige neurale netwerken complexe taken te beheersen die erg lijken op hoe kinderen leren: door vallen en opstaan. Maar hoe houden we controle over deze alsmaar slimmer en groter wordende intelligentie rivalen?
De snelle ontwikkeling van kunstmatige intelligentie roept angst op. Zelfrijdende auto’s die hun eigen passagiers doden of slimme speakers die het huishouden overnemen. Het probleem met het beheersen van kunstmatige intelligentie ontstaat wanneer een slimme machine een opdracht krijgt. Niet omdat de machine niet goed werkt, maar omdat wij erg slecht kunnen omschrijven wat we precies willen.
Wat te doen met kunstmatige intelligentie?
Zonder zoiets als een ‘gezond verstand’ kan een superslimme machine een simpele opdracht al snel mis interpreteren met catastrofale gevolgen. Hoe zorgen we ervoor dat deze machines gaan leren begrijpen wie wij zijn, wat onze menselijke normen en waarden zijn en daarmee gaan bijdragen aan een samenleving zoals wij die voor ogen hebben?
Maar hoe zou de wereld met kunstmatige intelligentie er uit moeten zien? In een samenleving waarin intelligentie tot succes leidt, leidt méér intelligentie tot méér succes. En kunstmatige intelligentie is een machtig middel. Terwijl de industrie eindelijk geld kan slaan uit hun verzamelingen big data, proberen wetenschappers, maatschappelijke organisaties en de Europese Unie haastig met ethische richtlijnen op de proppen te komen. Het doel is om controle te houden op de ingrijpende veranderingen die onze samenleving te wachten staat. Is kunstmatige intelligentie de ultieme test voor de mensheid?
VPRO Tegenlicht: Mens in de machine - zondag 21 oktober, 21.05 uur op NPO 2 (Beeld: © VPRO | Gregor Meerman)