Zonder diploma is een stagevergoeding nergens voor nodig
Na jaren van economische zwaar weer kennen we inmiddels het riedeltje: bezuinig ergens op de kosten en protest en oproer is verzekerd. Toen het CBS en Stageplaza onlangs naar buiten brachten dat er steeds meer stagiaires onbetaald aan de slag gaan, bleef het dan ook niet stil. Media tikten snel een nieuwsbericht van deze schokkende cijfers en lieten onbetaalde stagiaires aan het woord over de dagelijkse uitbuiting die zij ondergaan.
Verboden
Wat voor het gemak even werd vergeten was het belangrijke onderscheid tussen twee verschillende groepen stagiaires: hen die tijdens hun opleiding (een verplichte) stage lopen en afgestudeerden die om welke reden dan ook in plaats van een baan een stageplaats nemen. Spits! doet geen moeite onderscheid te maken en doet lijken alsof de ruim achttien procent hbo-stagiaires en zestien procent wo-stagiaires allen zijn afgestudeerd. Gelukkig zijn er journalisten die iets kritischer te werk gaan en de deze bewering even natrokken. Conclusie: de cijfers gaan over álle onbetaalde stagiaires en hoeveel daarvan zijn afgestudeerd is onbekend.
Wat maakt het uit? Veel. Alleen al omdat het verboden is om een afgestudeerde stagiaire minder dan het minimumloon te betalen. Een wet die goed te verdedigen valt: als bedrijven ten gevolge van hoge werkloosheidcijfers gratis afgestudeerd talent in dienst kunnen nemen ligt de arbeidsmarkt straks helemaal op zijn gat en kunnen we het minimumloon net zo goed direct afschaffen.
Stagiaires zijn studenten
Dat gat gedicht hebbende, is het tijd eens kritisch te kijken naar het fenomeen stagevergoeding voor de studerende stagiaires. Zo'n financiële tegemoetkoming lijkt vanzelfsprekend: zeker als de stageperiode langere tijd in beslag neemt verricht de stagiaire immers werk waar het bedrijf mee geholpen is en soms zelfs gelijk is aan het werk dat vaste werknemers doen. Bovendien moeten de studenten ook kunnen eten en hun huur kunnen betalen, aldus de pleiters voor de handhaving van een stagevergoeding.
Beide argumenten houden echter geen stand. Ze gaan op voor afgestudeerden, maar studenten volgen een stage gewoon als onderdeel van hun opleiding. Dat betekent in ten eerste dat ze bij een bedrijf aan het werk gaan om te leren. Het schoollokaal verplaatst zich naar de bedrijfsruimte om praktijkervaring op te doen die binnen de schoolmuren niet gefaciliteerd kan worden. Een onderdeel van het schoolprogramma dus en studenten betalen voor hun schoolgang is nog altijd niet gebruikelijk.
Goedkope arbeid
Het tegenargument is voorspelbaar: 'Op die manier kunnen bedrijven dus studenten al het werk laten doen zonder dat ze hoeven te betalen.' Nee, het is de taak van de stagiaire om toe te zien dat een stage een win-win-situatie is waarin een werkgever tijd investeert om de student kennis en kunde bij te brengen en de stagiaires deze geïnvesteerde tijd compenseert met resultaten waar de werkgever iets aan heeft.
Krijgt een stagiaire opdrachten die zo gemakkelijk zijn dat er weinig te leren is, dan moet hij aan de bel trekken. Net zoals een werkgever ervoor moet hoeden dat het onderwijs dat hij zijn leerling geeft niet veel meer tijd kost gaat kosten dan dat het hem uiteindelijk oplevert. En kan de student na een tijdje vergelijkbaar werk doen als de gemiddelde werknemer in het bedrijf? Dan is de stage succesvol en plukt de werkgever de vruchten van zijn geïnvesteerde tijd.
Het bewaken van die balans is overigens voor beide partijen van belang: faalt de stagiaire jammerlijk in zijn resultaten, dan zal een referentie naar een volgende werkgever er niet inzitten en kan hij zijn heimelijke hoop op een vaste aanstelling laten varen. Verzaakt de werkgever zijn taken? Dan heeft de benadeelde student genoeg kanalen om zijn onvrede te uiten en is de kans groot dat potentiële stagiaires wel uitkijken om bij dit bedrijf aan de slag te gaan.
Zwart zaad
Ten tweede betekent een stage als onderdeel van een opleiding dat stagiaires studiefinanciering ontvangen, subsidies en tegemoetkoming waar studenten recht op hebben en doorgaans in het bezit zijn van een OV-kaart. Er is dus geen enkele reden om als bedrijf bij te hoeven staan in de financiële behoeften van de student. Zijn leven wordt niet opeens duurder omdat hij stage loopt. Komt hij niet rond, dan doet hij dat ook niet als hij in de klas zit in plaats van op kantoor en is het tijd voor een bijbaantje.
Conclusie
Een stagevergoeding is een leuke bijkomstigheid die een bedrijf aantrekkelijker maakt om voor te werken. Het idee dat zo'n bijdrage iets is waar stagiaires recht op hebben is echter volstrekt onterecht. Zolang er nog geen diploma kan worden overhandigd is er geen reden om studenten te betalen voor het feit dat ze een opleiding volgen, ook al is de schoolbank een kantoorstoel geworden.